ECLI:NL:RVS:2011:BR1406

Raad van State

Datum uitspraak
7 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201104149/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Heerenveen

Op 7 maart 2011 heeft de raad van de gemeente Heerenveen het bestemmingsplan "Burgemeester Falkenaweg 54, Heerenveen" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoekster, wonend te Heerenveen, op 8 april 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 24 juni 2011 ter zitting behandeld, waar de raad vertegenwoordigd was door G. Haanstra en de besloten vennootschap "Clafis Engineering B.V." ook aanwezig was.

De voorzitter heeft overwogen dat het bestemmingsplan voorziet in de toekenning van de bestemming "Gemengd" aan het perceel, waar een monumentale voormalige technische school staat. De verzoekster betoogde dat het vestigen van woningen en een restaurant in de school onaanvaardbare hinder zou veroorzaken, zoals geluid- en lichthinder, en dat het plan niet uitvoerbaar zou zijn vanwege de vermeende gebrek aan behoefte aan een restaurant in het duurdere segment.

De raad stelde echter dat het plangebied als een gebied met gemengde functies kan worden aangemerkt, en dat de afstand tussen de woning van de verzoekster en het plangebied voldoende is om ernstige hinder te voorkomen. De voorzitter concludeerde dat de VNG-brochure, die als richtlijn dient, niet in de weg staat aan de redelijkheid van het standpunt van de raad. De voorzitter oordeelde dat er geen grond was voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid had kunnen besluiten dat het plan een goede ruimtelijke ordening bevorderde.

Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 juli 2011.

Uitspraak

201104149/2/R4.
Datum uitspraak: 7 juli 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], wonend te Heerenveen,
en
de raad van de gemeente Heerenveen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 maart 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Burgemeester Falkenaweg 54, Heerenveen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoekster] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 april 2011, beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft [verzoekster] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 juni 2011, waar de raad, vertegenwoordigd door G. Haanstra, werkzaam bij de gemeente, is verschenen. Voorts is ter zitting de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Clafis Engineering B.V.", vertegenwoordigd door [directeur], verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in de toekenning van de bestemming "Gemengd" aan het perceel Burgemeester Falkenaweg 54 te Heerenveen. Op dit perceel bevindt zich een monumentale voormalige technische school. Ingevolge artikel 3, lid 3.1.1, en artikel 3, lid 3.2.1, onder f, van de planregels zijn de voor deze bestemming aangewezen gronden, voor zover hier van belang en in onderlinge samenhang gelezen, bestemd voor woningen en een restaurant met een brutovloeroppervlak (hierna: bvo) van 300 m2.
2.3. [verzoekster] betoogt, samengevat weergegeven, dat het vestigen van woningen en een restaurant in de monumentale school, die tegenover haar woning ligt, onaanvaardbare hinder met zich zal brengen. Zo zullen aankomende en vertrekkende bezoekers geluidhinder en lichthinder veroorzaken en zal haar privacy worden aangetast. Verder betoogt zij dat het plangebied in een woonomgeving ligt en dat een restaurant daar niet in past. Tot slot voert zij aan dat het plan niet uitvoerbaar is, omdat in Heerenveen geen behoefte is aan een restaurant voor het duurdere segment zoals Clafis Engineering B.V. dat wenst te realiseren.
2.3.1. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat het plangebied en de omgeving daarvan kunnen worden aangemerkt als een gebied met gemengde functies als bedoeld in de brochure "Bedrijven en Milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG-brochure). Hij wijst er op dat volgens de VNG-brochure voor restaurants in een gebied met gemengde functies een richtafstand tot woningen van nul meter wordt aanbevolen. Zelfs indien de omgeving als rustige woonwijk als bedoeld in de VNG-brochure zou moeten worden getypeerd, waarvoor een richtafstand van 10 meter wordt aanbevolen, zou aan deze afstand nog voldaan worden, omdat de woning van [verzoekster] op 37,5 meter van het plangebied ligt. Volgens de raad behoeft daarom niet voor ernstige geluidhinder vanwege het restaurant te worden gevreesd. Verder heeft de raad gesteld dat gelet op de afstand tussen de woning van [verzoekster] en het voormalige schoolgebouw niet voor een ernstige aantasting van de privacy behoeft te worden gevreesd.
2.3.2. De voorzitter overweegt dat de VNG-brochure een indicatief en globaal karakter heeft en als hulpmiddel dient voor de raad bij het ontwerpen van een bestemmingsplan.
Onder gemengd gebied wordt in de VNG-brochure verstaan: "Een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied."
In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich onder andere enkele scholen, een bank, een kinderdagverblijf, een bibliotheek en een makelaarskantoor, dat in de woning van [verzoekster] is gevestigd. Gelet hierop ziet de voorzitter in hetgeen [verzoekster] heeft aangevoerd geen grond voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid de omgeving van het plangebied als gebied met gemengde functies heeft kunnen beschouwen. Vast staat dat de afstand tussen de woning van [verzoekster] en het plangebied ongeveer 37,5 meter is. Nu in de VNG-brochure voor restaurants in een gebied met gemengde functies een richtafstand van nul meter is aanbevolen heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat niet voor onaanvaardbare geluidhinder vanwege het restaurant behoeft te worden gevreesd. Daarbij overweegt de voorzitter dat ter zitting is gebleken dat het parkeerterrein voor het restaurant aan de achterzijde van het schoolgebouw is gesitueerd, zodat dit gebouw een afschermende functie heeft voor het stemgeluid van komende en vertrekkende bezoekers en het geluid van het dichtslaan van autoportieren.
De voorzitter ziet in hetgeen [verzoekster] naar voren heeft gebracht evenmin grond voor het oordeel dat het verkeer van en naar het restaurant ernstige lichthinder ter hoogte van de woning van [verzoekster] zal veroorzaken.
Voorts heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het restaurant niet detoneert in de omgeving, nu dit een bvo van ten hoogste 300 m2 mag hebben en het plan niet voorziet in een wijziging van de maatvoering van de voorgevel van het monumentale schoolgebouw ten behoeve van het realiseren van het restaurant.
2.3.3. Ten aanzien van de aantasting van de privacy overweegt de voorzitter dat ter zitting is gebleken dat vanuit het schoolgebouw het uitzicht op de woning van [verzoekster] beperkt is, nu de woning en het voormalige schoolgebouw worden gescheiden door de Burgemeester Falkenaweg, met bomen aan weerszijden, en twee parallelwegen. Gelet hierop, en gezien de onderlinge afstand van 37,5 meter, ziet de voorzitter geen grond voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat geen onaanvaardbare aantasting van de privacy zal optreden.
2.3.4. Het standpunt van de raad dat het plan economisch uitvoerbaar is acht de voorzitter voldoende aannemelijk gemaakt, gelet op de resultaten van het onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid zoals deze in de plantoelichting zijn beschreven. Voorts heeft Clafis Engineering B.V. ter zitting verklaard dat zich reeds een belangstellende heeft gemeld. In hetgeen [verzoekster] in dit verband heeft aangevoerd ziet de voorzitter geen grond voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de economische uitvoerbaarheid van het plan is gewaarborgd.
2.4. In hetgeen [verzoekster] heeft aangevoerd ziet de voorzitter geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De voorzitter verwacht daarom niet dat het bestreden besluit in de bodemprocedure niet in stand zal blijven. Om die reden ziet de voorzitter evenmin aanleiding om het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening toe te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Van Helvoort
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 juli 2011
361.