ECLI:NL:RVS:2011:BR0500
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- J. de Vries
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake woningtoewijzing door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 22 november 2010 een aanvraag van [wederpartij] voor een voorrangsverklaring voor woningtoewijzing afgewezen. Tegen deze beslissing heeft [wederpartij] bezwaar gemaakt, dat door het college op 11 maart 2011 ongegrond is verklaard. Vervolgens heeft [wederpartij] beroep ingesteld bij de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 19 mei 2011 de uitspraak deed dat het college het besluit van 22 november 2010 moest herroepen en een nieuw besluit moest nemen voor 9 juni 2011. Tevens werd er een dwangsom opgelegd aan het college voor elke dag dat het in gebreke bleef, tot een maximum van € 10.000,00.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 6 juni 2011 een voorlopige voorziening getroffen, waarbij het college geen nieuw besluit hoefde te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. Op 23 juni 2011 vond er een zitting plaats om te onderzoeken of de voorlopige voorziening opgeheven of gewijzigd moest worden. Tijdens deze zitting verklaarde het college dat het uiterlijk op 4 juli 2011 een nieuw besluit zou nemen, en [wederpartij] gaf aan geen bezwaar te hebben tegen deze termijn.
De voorzitter heeft besloten om de voorlopige voorziening te handhaven, met de mogelijkheid voor [wederpartij] om opheffing te verzoeken indien het college op 4 juli 2011 nog geen besluit had genomen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 29 juni 2011.