ECLI:NL:RVS:2011:BQ9660
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.C. van Sloten
- J.V. Vreugdenhil
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan "Buitengebied 2010" van de gemeente Lochem
In deze zaak heeft de vereniging Vereniging van Eigenaars Bospark Ruighenrode, gevestigd te Lochem, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van de raad van de gemeente Lochem, dat op 7 december 2010 het bestemmingsplan "Buitengebied 2010" heeft vastgesteld. Het verzoek is ingediend op 8 februari 2011, waarbij de vereniging zich richt op schorsing van verschillende artikelen van de planregels die betrekking hebben op het Stavast-terrein en het BCR-terrein. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 16 juni 2011 ter zitting behandeld.
De voorzitter overweegt dat het verzoek van VVE Bospark Ruighenrode onder andere gericht is op de schorsing van artikel 17.2.5, sub a, van de planregels, dat het mogelijk maakt om maximaal 28 stacaravans op het Stavast-terrein te plaatsen. De voorzitter stelt vast dat er in het verleden al stacaravans op dit terrein aanwezig waren en dat de wijziging van de bestemming in eerdere plannen niet heeft geleid tot de verwijdering van deze stacaravans. De voorzitter concludeert dat de raad in redelijkheid de bestaande situatie heeft kunnen vastleggen in het nieuwe bestemmingsplan.
Daarnaast is het verzoek gericht op schorsing van artikel 1.48 van de planregels, dat de definitie van 'gastinrichting' wijzigt en mogelijk de realisering van een woon-zorgcomplex op het BCR-terrein mogelijk maakt. De voorzitter erkent dat deze wijziging nieuwe gebruiksmogelijkheden biedt, maar oordeelt dat dit geen reden is voor het treffen van een voorlopige voorziening, omdat de wijziging niet leidt tot onomkeerbare gevolgen.
Tot slot overweegt de voorzitter dat de maximale bouwhoogte van 12 meter, zoals vastgelegd in artikel 17.2.8, sub h, van de planregels, niet leidt tot onevenredig nadelige gevolgen voor de omliggende recreatiewoningen. De voorzitter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.