ECLI:NL:RVS:2011:BQ7950

Raad van State

Datum uitspraak
15 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201007535/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing herziening bestemmingsplan Berflo Es voor woningbouw in Hengelo

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 juni 2011 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan "Berflo Es" door de raad van de gemeente Hengelo. De aanvraag, ingediend door [appellante] op 22 oktober 2008, had als doel om woningbouw mogelijk te maken binnen het watergebied aan de Socratesstraat, Stroweg en Watertorenlaan. De raad heeft deze aanvraag op 3 februari 2009 afgewezen, waarna [appellante] bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 20 oktober 2009 ongegrond verklaard, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank Almelo, dat uiteindelijk door de rechtbank naar de Afdeling is doorgezonden.

Tijdens de zitting op 21 april 2011 werd de zaak behandeld, waarbij [appellante] werd vertegenwoordigd door een gemachtigde en advocaat, en de raad door diverse ambtenaren. Ook NS Vastgoed B.V. was als partij aanwezig. De Afdeling oordeelde dat de raad zich terecht had gebaseerd op de gemeentelijke nota's en structuurvisie, waarin woningbouw in het betrokken gebied was uitgesloten. De Afdeling concludeerde dat de raad niet onredelijk had gehandeld door de herziening van het bestemmingsplan te weigeren, aangezien het perceel niet was aangewezen als mogelijke woningbouwlocatie.

Daarnaast werd het beroep van [appellante] verworpen, omdat de Afdeling geen strijd met het recht kon vaststellen. De stelling van [appellante] dat de raad in strijd met het vertrouwensbeginsel had gehandeld, werd eveneens afgewezen. De uitspraken van de wethouder konden niet worden toegerekend aan de raad, waardoor er geen sprake was van een in rechte te honoreren toezegging. De Afdeling verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

201007535/1/R3.
Datum uitspraak: 15 juni 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten,
appellante,
en
de raad van de gemeente Hengelo,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 februari 2009 heeft de raad de aanvraag van [appellante] van 22 oktober 2008 om herziening van het bestemmingsplan "Berflo Es" ten einde woningbouw binnen de locatie "het watergebied" Socratesstraat, Stroweg en Watertorenlaan mogelijk te maken, afgewezen.
Bij besluit van 20 oktober 2009, kenmerk 09G200190/302375, verzonden op 20 oktober 2009, heeft de raad het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de rechtbank Almelo ingekomen op 24 november 2009, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 21 december 2009. De rechtbank heeft het beroep naar de Afdeling doorgezonden, waar dit op 3 augustus 2010 is ingekomen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 april 2011, waar [appellante], vertegenwoordigd door [gemachtigde] en mr. S.P.M. Schaap, advocaat te Enschede, en de raad, vertegenwoordigd door mr. H.E.M. Wolsink, D.C. Bouwhuis-Zwierstra, S. Elferdink, F.W. Kosters en R.J.J. Platenkamp, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NS Vastgoed B.V., vertegenwoordigd door mr. I.K. Roskam, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. [appellante] komt in beroep tegen de beslissing op haar bezwaar, strekkende tot handhaving van de weigering van de raad om het bestemmingsplan "Berflo Es" te herzien, en wel zodanig dat woningbouw op haar perceel mogelijk wordt gemaakt. In dit verband voert [appellante] aan dat de gemeentelijke nota "Stad en Milieu, Nota van Uitgangspunten & Programma van Eisen Zuidelijke Spoorzone" van mei 2003 (hierna: de nota uit 2003) woningbouw uitdrukkelijk toelaat binnen het voormalige waterwingebied waarin haar perceel ligt. Bij de aankoop van het perceel in 2005 is [appellante] uitgegaan van deze nota. Doordat de raad bij het bestreden besluit echter is uitgegaan van de gemeentelijke "Nota van Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus" van februari 2009 (hierna: de nota uit 2009) waarin woningbouw is uitgesloten, heeft hij ten onrechte geen rekening gehouden met haar aan de nota uit 2003 ontleende belang om op het perceel woningen te kunnen bouwen.
2.1.1. De raad stelt zich op het standpunt dat de nota uit 2003 inmiddels is geactualiseerd door de nota uit 2009. Deze nota is een uitwerking van de gemeentelijke "Structuurvisie Hengelo 2030". Zowel in de nota uit 2009 als in de structuurvisie is het perceel niet aangewezen als mogelijke woningbouwlocatie. Voorts stelt de raad dat ruimtelijk beleid kan worden gewijzigd in verband met gewijzigde planologische inzichten. De nota uit 2009 is opgesteld omdat voortschrijdend inzicht heeft geleid tot een aangepaste invulling van het voormalige waterwingebied. Nog meer dan ten tijde van de nota uit 2003 wordt ingezet op het behouden en versterken van de bestaande kwaliteiten van het voormalige waterwingebied, waardoor de focus nog meer is komen te liggen op een groene invulling van het gebied.
2.1.2. In het ten tijde van het bestreden besluit geldende bestemmingsplan "Berflo Es", dat betrekking heeft op de gelijknamige wijk, waren aan het perceel de bestemmingen "Industrie" en "Openbaar groen" toegekend. Binnen deze bestemmingen was woningbouw niet mogelijk. De wijk Berflo Es bestaat uit diverse buurten. Het perceel ligt in de buurt "Veldwijk Noord" binnen een voormalig waterwingebied.
2.1.3. Uit de structuurvisie die de gemeenteraad heeft vastgesteld op 9 september 2008, volgt, voor zover hier van belang, dat in Veldwijk Noord een herstructurering wordt beoogd ten behoeve van een brede school, een multifunctioneel wijkcentrum, een woonzorgzone en een buurtwinkelcentrum.
Uit de nota uit 2009, die de gemeenteraad op 14 april 2009 heeft vastgesteld, volgt, voor zover hier van belang, dat de ontwikkeling van Veldwijk Noord wordt aangegrepen om het contact met het landschap te herstellen. Het voormalige waterwingebied wordt onderdeel van de oostelijke groene wig. Voorts biedt het historische waterwingebied de kans om, in samenhang met het herstel en de uitbreiding van het bekenstelsel, een waterrijk doe-park voor de hele Berflo Es te realiseren. Het park bouwt voort op bestaande ecologische kwaliteiten. Nieuwbouw blijft beperkt tot maximaal 6.500 m² brutovloeroppervlakte ten behoeve van onderwijs- en andere maatschappelijke voorzieningen.
2.1.4. Het bestemmingsplan, waarvan [appellante] om herziening heeft verzocht, voorziet niet in de mogelijkheid om woningen op het perceel te realiseren. Bij de beoordeling van de aanvraag om herziening is aangesloten bij de nota uit 2009 en de structuurvisie. De Afdeling acht dit niet onredelijk. Hieruit vloeit voort dat het perceel van [appellante] niet voor woningbouw in aanmerking komt en in strijd is met dit beleid. De raad heeft aan het belang van [appellante] geen doorslaggevende betekenis behoeven toe te kennen en in dit belang geen aanleiding hoeven zien om van zijn geactualiseerde beleid af te wijken. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat beleidswijzigingen mogelijk zijn en dat de raad ten tijde van het bestreden besluit niet meer gebonden was aan de nota uit 2003.
Wat betreft de stelling van [appellante] ter zitting dat slechts financiële belangen van de gemeente aan het niet toestaan van woningbouw ten grondslag liggen, merkt de Afdeling op dat, gelet op hetgeen in het voorgaande is overwogen, deze stelling onjuist is.
2.1.5. [appellante] betoogt voorts dat de raad heeft gehandeld in strijd met het vertrouwensbeginsel, omdat de desbetreffende wethouder tijdens de vergadering van de commissie Fysiek op 22 januari 2009 uitlatingen heeft gedaan op grond waarvan zij erop mocht vertrouwen dat ter plaatse enige woningbouw mogelijk zou worden gemaakt.
2.1.6. Daargelaten of de door [appellante] bedoelde uitspraken kunnen worden opgevat als een toezegging ter plaatse woningbouw in beperkte mate toe te laten, staat vast dat deze uitspraken zijn gedaan door de wethouder en kunnen deze niet worden toegerekend aan de raad. Gelet hierop heeft de raad zich terecht op het standpunt gesteld dat [appellante] geen in rechte te honoreren toezegging is gedaan.
2.2. In hetgeen [appellante] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met het recht. Het beroep is ongegrond.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.W.M. Kooijman, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Kooijman
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 juni 2011
177-605.