ECLI:NL:RVS:2011:BQ7472

Raad van State

Datum uitspraak
8 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201011544/1/M2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W. Sorgdrager
  • F.B. van der Maesen de Sombreff
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van revisievergunning voor varkens- en rundveebedrijf in Veghel

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Veghel op 12 oktober 2010 een revisievergunning verleend aan [vergunninghouder] voor een varkens- en rundveebedrijf aan de [locatie] te Veghel. Dit besluit werd op 20 oktober 2010 ter inzage gelegd. Tegen deze vergunning heeft [appellant], wonend te Mariaheide, op 1 december 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. De zaak werd behandeld door een enkelvoudige kamer op 29 april 2011, waarbij het college werd vertegenwoordigd door R.A.M. ter Heine en E. Reintjes.

De appellant betoogde dat de uitbreiding van de inrichting onwenselijk was en dat dergelijke bedrijven beter in een landbouwontwikkelingsgebied geplaatst kunnen worden. De Raad van State oordeelde echter dat het college op basis van de aanvraag moest beoordelen of de vergunning kon worden verleend voor de aangevraagde locatie, en dat de geschiktheid van andere locaties niet relevant was voor deze beoordeling. Dit betoog van de appellant werd verworpen.

Daarnaast stelde de appellant voor om de luchtwassers aan de voorzijde van de stal te plaatsen om de overlast voor de omgeving te minimaliseren. De Raad van State concludeerde dat het college de vergunningaanvraag voor de luchtwassers correct had getoetst aan de geldende regelgeving en dat de conclusie dat de vergunning opnieuw kon worden verleend, niet onjuist of onzorgvuldig was. Het beroep van de appellant werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 8 juni 2011.

Uitspraak

201011544/1/M2.
Datum uitspraak: 8 juni 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Mariaheide, gemeente Veghel,
en
het college van burgemeester en wethouders van Veghel,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 oktober 2010 heeft het college aan [vergunninghouder] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer (oud) verleend voor een varkens- en rundveebedrijf aan de [locatie] te Veghel. Dit besluit is op 20 oktober 2010 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 december 2010, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[vergunninghouder] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 april 2011, waar het college, vertegenwoordigd door R.A.M. ter Heine en E. Reintjes, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij besluit van 4 september 2007 is voor de inrichting een revisievergunning verleend. De bij het bestreden besluit verleende revisievergunning ziet op een uitbreiding van de inrichting met twee mengvoedersilo's.
2.2. [appellant] betoogt dat de uitbreiding van de inrichting op de aangevraagde locatie onwenselijk is. Hij stelt dat bedrijven als deze thuis horen in een landbouwontwikkelingsgebied.
2.2.1. Het college is gehouden op grondslag van de aanvraag te beoordelen of voor de in die aanvraag genoemde locatie vergunning kan worden verleend. Of een andere locatie meer geschikt is voor vestiging van de inrichting speelt hierbij geen rol. Het betoog faalt.
2.3. [appellant] stelt een voorkeur te hebben voor de plaatsing van de luchtwassers aan de voorzijde van de stal zodat de omgeving hiervan minder last ondervindt.
2.3.1. Het type en de situering van de luchtwassers zijn niet gewijzigd ten opzichte van de vergunning van 2007. In het bestreden besluit heeft het college de vergunningaanvraag voor de luchtwassers opnieuw getoetst aan de toen geldende regelgeving en geconcludeerd dat hiervoor opnieuw vergunning kan worden verleend. [appellant] heeft niet gesteld dat deze toetsing onjuist of onzorgvuldig is uitgevoerd of dat de daarop gebaseerde conclusie onjuist is. Het betoog faalt.
2.4. Het beroep is ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W. Sorgdrager, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van staat.
w.g. Sorgdrager w.g. Van der Maesen de Sombreff
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 juni 2011
190-684.