Op 11 oktober 2010 heeft de raad van de gemeente Leiderdorp het bestemmingsplan "Boterhuispolder" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoeker, wonend te Leiderdorp, op 22 december 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. In dezelfde brief heeft de verzoeker de voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek op 18 mei 2011 ter zitting behandeld, waarbij de raad vertegenwoordigd was door mr. J.W. Edinga en ing. M.A. Hendriks, beiden werkzaam bij de gemeente.
In de overwegingen van de uitspraak is vermeld dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak, waardoor er geen sprake meer is van een geding. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft echter wel de raad gelast om het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 150,00 te vergoeden. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding gezien.
De beslissing van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is als volgt: het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, en de raad van de gemeente Leiderdorp dient het griffierecht aan de verzoeker te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 1 juni 2011.