Uitspraak
201009859/1/H1, heeft de Afdeling overwogen dat de berging niet in strijd is met het bestemmingsplan. Het betoog faalt.
Raad van State
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 29 september 2010. Het college van burgemeester en wethouders van Enschede had op 18 augustus 2009 het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden met betrekking tot de berging op het perceel in Enschede afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 22 januari 2010, heeft de rechtbank de eerdere beslissing bevestigd. Hierop heeft [appellante] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 9 mei 2011 ter zitting is behandeld. Tijdens deze zitting was [appellante] vertegenwoordigd door mr. J.M. Smits, terwijl het college werd vertegenwoordigd door A. Haer, werkzaam bij de gemeente. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat de rechtbank niet heeft miskend dat de berging in strijd is met het bestemmingsplan "Horstlanden-Veldkamp". De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 8 juni 2011.