ECLI:NL:RVS:2011:BQ7431

Raad van State

Datum uitspraak
8 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201009860/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing handhavingsverzoek met betrekking tot berging op perceel in Enschede

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 29 september 2010. Het college van burgemeester en wethouders van Enschede had op 18 augustus 2009 het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden met betrekking tot de berging op het perceel in Enschede afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 22 januari 2010, heeft de rechtbank de eerdere beslissing bevestigd. Hierop heeft [appellante] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 9 mei 2011 ter zitting is behandeld. Tijdens deze zitting was [appellante] vertegenwoordigd door mr. J.M. Smits, terwijl het college werd vertegenwoordigd door A. Haer, werkzaam bij de gemeente. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat de rechtbank niet heeft miskend dat de berging in strijd is met het bestemmingsplan "Horstlanden-Veldkamp". De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 8 juni 2011.

Uitspraak

201009860/1/H1.
Datum uitspraak: 8 juni 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te Enschede,
tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 29 september 2010 in zaak nr. 10/158 in het geding tussen:
[appellante]
en
het college van burgemeester en wethouders van Enschede.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 augustus 2009 heeft het college het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden met betrekking tot de berging op het perceel [locatie] te Enschede (hierna: het perceel) afgewezen.
Bij besluit van 22 januari 2010 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 29 september 2010, verzonden op 1 oktober 2010, heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 13 oktober 2010, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 mei 2011, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J.M. Smits, en het college, vertegenwoordigd door A. Haer, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de berging in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Horstlanden-Veldkamp".
2.1.1. Bij uitspraak van heden, in zaak nr.
201009859/1/H1, heeft de Afdeling overwogen dat de berging niet in strijd is met het bestemmingsplan. Het betoog faalt.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, ambtenaar van staat.
w.g. Bijloos w.g. Van Roessel
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 juni 2011
457-627.