ECLI:NL:RVS:2011:BQ5890

Raad van State

Datum uitspraak
25 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201011426/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.J. Hoekstra
  • P.F.W. Tuit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan Jacob Barneveldstraat niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Raad van State op 25 mei 2011 uitspraak gedaan over het beroep van een appellant tegen het bestemmingsplan 'Jacob Barneveldstraat', vastgesteld door de raad van de gemeente Montfoort op 11 oktober 2010. De appellant, wonend te Linschoten, heeft op 29 november 2010 beroep ingesteld tegen dit besluit. De raad heeft hierop een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer, die de zaak op 10 mei 2011 ter zitting heeft behandeld.

De appellant heeft zich verzet tegen de mogelijkheid in de planregels om een erfafscheiding van maximaal 2 meter te realiseren. De Raad van State overweegt dat het beroep van de appellant niet steunt op een zienswijze die eerder bij de raad naar voren is gebracht. Volgens de Wet ruimtelijke ordening kan een belanghebbende alleen beroep instellen tegen een bestemmingsplan als hij daartegen een zienswijze heeft ingediend. De Raad van State concludeert dat de appellant niet kan worden verweten dat hij geen zienswijze heeft ingediend, maar dat de wijzigingen in het bestemmingsplan geen ongunstige positie voor hem opleveren, aangezien de mogelijkheid voor een erfafscheiding al in het ontwerp was opgenomen.

Daarom verklaart de Raad van State het beroep van de appellant niet-ontvankelijk. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin, waarbij de beslissing is vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.F.W. Tuit, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201011426/1/R2.
Datum uitspraak: 25 mei 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te Linschoten, gemeente Montfoort,
en
de raad van de gemeente Montfoort,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 11 oktober 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Jacob Barneveldstraat" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 november 2010, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 mei 2011, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. P.J.G. van der Donck, advocaat te Houten, en de raad, vertegenwoordigd door M.J.A. van Wanrooij en M.A.G. Dingemans, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het beroep van [appellant], gericht tegen de in artikel 3.2, aanhef en onder b, en artikel 5.2, aanhef en onder h, van de planregels opgenomen mogelijkheid voor het realiseren van een erfafscheiding van ten hoogste 2 meter, steunt niet op een bij de raad naar voren gebrachte zienswijze.
2.2. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, gelezen in samenhang met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, kan door een belanghebbende slechts beroep worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, voor zover dit beroep de vaststelling van plandelen, planregels of aanduidingen betreft die de belanghebbende in een tegen het ontwerpplan naar voren gebrachte zienswijze heeft bestreden. Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij ter zake geen zienswijze naar voren heeft gebracht. Deze omstandigheid doet zich niet voor. Bij de vaststelling van het plan zijn weliswaar wijzigingen aangebracht ten opzichte van het ontwerp, doch tegen de gewijzigde planvaststelling kan - zonder het tijdig indienen van zienswijzen - uitsluitend worden opgekomen voor zover de bij de vaststelling aangebrachte wijzigingen voor betrokkenen een ongunstiger positie bewerkstelligen. Hiervan is thans geen sprake, nu de mogelijkheid voor het realiseren van een erfafscheiding van ten hoogste 2 meter reeds in het ontwerp-bestemmingsplan was opgenomen.
2.3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.F.W. Tuit, ambtenaar van staat.
w.g. Hoekstra w.g. Tuit
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 mei 2011
425-706.