ECLI:NL:RVS:2011:BQ4887
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.C. van Sloten
- R. Kegge
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om opheffing voorlopige voorziening inzake parkeerbehoefte ontwikkelingslocatie Lorentzhof
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 mei 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van een voorlopige voorziening die eerder was getroffen op 26 november 2010. Het verzoek kwam van de raad van de gemeente Leiden, die de schorsing van het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 21 juni 2010 wilde opheffen. Dit besluit betrof de goedkeuring van het plandeel met de aanduiding 'ontwikkelingslocatie Lorentzhof e.o.'. De voorzitter heeft het verzoek behandeld op een zitting op 26 april 2011, waar verschillende partijen aanwezig waren, waaronder de raad en vertegenwoordigers van de wederpartijen.
De voorzitter overwoog dat de raad onvoldoende had aangetoond dat de aanleg van een parkeergarage in overeenstemming zou zijn met het gemeentelijke parkeerbeleid. De raad had gesteld dat de parkeergarage voldoende capaciteit zou bieden om te voldoen aan de extra parkeerbehoefte die het plandeel met zich meebrengt. Echter, de voorzitter wees op de noodzaak dat bij nieuwbouw en ingrijpende verbouwingen voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein beschikbaar moet zijn, en dat de parkeerbehoefte niet op het openbare gebied mag worden afgewenteld. De voorzitter concludeerde dat de informatie die de raad had verstrekt, niet overtuigend was en dat er geen grond was voor toewijzing van het verzoek.
Uiteindelijk werd het verzoek van de raad afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, en de voorzitter, mr. Th.C. van Sloten, heeft de beslissing vastgesteld in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van staat. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 mei 2011.