ECLI:NL:RVS:2011:BQ4061

Raad van State

Datum uitspraak
4 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201101184/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Megen Zuid - 2010

Op 4 mei 2011 deed de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Megen Zuid - 2010". Dit bestemmingsplan was op 4 november 2010 vastgesteld door de raad van de gemeente Oss. De verzoeker, wonend te Megen, had op 26 januari 2011 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht tegelijkertijd om een voorlopige voorziening. De voorzitter behandelde het verzoek ter zitting op 26 april 2011, waar de raad vertegenwoordigd was door R.O. van der Vorst en J. de Porto, beiden werkzaam bij de gemeente Oss.

De verzoeker betoogde dat de in het bestemmingsplan voorziene woningbouw zou leiden tot aantasting van zijn privacy, verlies van uitzicht en waardevermindering van zijn woning. Hij pleitte voor het behoud van de bestaande groenstrook achter zijn perceel als buffer tussen de nieuwe woningen en zijn eigen woning. Daarnaast uitte hij twijfels over de behoefte aan de nieuwe woningen in het licht van de economische crisis.

De raad verklaarde ter zitting dat er geen aanvang zou worden gemaakt met de bouw van de woningen voordat de Afdeling uitspraak had gedaan in de bodemprocedure. De voorzitter oordeelde dat het spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening was komen te ontvallen, omdat de gemeente invloed had op de aanvragen voor omgevingsvergunningen. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 4 mei 2011 door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201101184/2/R3.
Datum uitspraak: 4 mei 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Megen, gemeente Oss,
en
de raad van de gemeente Oss,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 4 november 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Megen Zuid - 2010" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 januari 2011, beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[verzoeker] heeft een nader stuk ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 26 april 2011, waar de raad, vertegenwoordigd door R.O. van der Vorst en J. de Porto, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. [verzoeker] kan zich niet verenigen met de in het plan voorziene woningbouw op de gronden, die grenzen aan zijn perceel [locatie]. Hij betoogt dat het plan zal leiden tot aantasting van zijn privacy, verlies van zijn vrije uitzicht en waardevermindering van zijn woning. De bestaande groenstrook achter zijn perceel moet volgens hem behouden blijven om als buffer te dienen tussen de voorziene woningen en zijn perceel. [verzoeker] betwijfelt daarnaast of behoefte bestaat aan de voorziene woningen gezien de huidige economische crisis.
2.3. Ter zitting heeft de raad verklaard dat geen aanvang zal worden gemaakt met de bouw van de voorziene woningen op de plandelen met de bestemmingen "Wonen - Vrijstaand", "Wonen - Halfvrijstaand" en "Wonen - Rijen" ter plaatse van de gronden aan de achterzijde van de bestaande woningen aan de Lindenlaan en aan de achterzijde van de bestaande woningen aan de Elzenstraat, voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure. In dit verband is van belang dat is gebleken dat de woningen gebouwd zullen gaan worden door een samenwerkingsverband waaraan de gemeente deelneemt en de gemeente invloed heeft op het doen van aanvragen voor omgevingsvergunningen. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat het spoedeisend belang tot het treffen van een voorlopige voorziening is komen te ontvallen. Het verzoek wordt daarom afgewezen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Kegge
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 mei 2011
459-618.