ECLI:NL:RVS:2011:BQ2640

Raad van State

Datum uitspraak
27 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201003194/1/T1/M3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak bestuurlijke lus
Rechters
  • J.H. van Kreveld
  • M.W.L. Simons-Vinckx
  • F.C.M.A. Michiels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over hogere geluidgrenswaarden voor woningen nabij rondweg Oudenbosch

In deze tussenuitspraak van de Raad van State, gedateerd 27 april 2011, wordt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Halderberge besproken, waarbij hogere geluidgrenswaarden zijn vastgesteld voor woningen nabij de nieuw aan te leggen rondweg bij Oudenbosch. Dit besluit, genomen op 2 februari 2010, is ter inzage gelegd op 18 februari 2010. Appellanten hebben hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoeren dat het besluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen, onder andere omdat het niet ondertekend is door de burgemeester, maar door een andere persoon waarvan de bevoegdheid niet duidelijk is. De Raad van State oordeelt dat de ondertekening niet overeenkomt met de naam van de ondertekenaar, wat in strijd is met artikel 59a van de Gemeentewet. Hierdoor is het besluit niet rechtsgeldig.

De appellanten stellen verder dat de hogere geluidgrenswaarden hen zullen benadelen, omdat zij geluidoverlast zullen ondervinden en de waarde van hun woning zal dalen. De Raad van State legt uit dat de afweging van belangen bij de realisatie van de rondweg plaatsvindt in het bestemmingsplan en dat de Wet geluidhinder grenzen stelt aan de toelaatbare geluidbelasting. De Raad concludeert dat de argumenten van de appellanten niet voldoende zijn om het besluit te vernietigen, maar ziet wel aanleiding om het college op te dragen het gebrek in het besluit te herstellen.

De Raad van State draagt het college op om binnen drie weken na verzending van deze tussenuitspraak het gebrek in het besluit van 2 februari 2010 te herstellen of een nieuw besluit te nemen, en de uitkomst aan de Raad te melden. De einduitspraak zal later worden gedaan over de proceskosten en de vergoeding van het griffierecht.

Uitspraak

201003194/1/T1/M3.
Datum uitspraak: 27 april 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Tussenuitspraak met toepassing van artikel 46, zesde lid, van de Wet op de Raad van State in het geding tussen:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Halderberge,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 2 februari 2010 heeft het college hogere geluidgrenswaarden als bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege een weg voor woningen gelegen in de zone van de nieuw aan te leggen rondweg bij Oudenbosch, gemeente Halderberge. Dit besluit is op 18 februari 2010 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 maart 2010, beroep ingesteld.
De Afdeling heeft de zaak 1 maart 2011 ter zitting gevoegd behandeld met zaak 201002954/1/M3, waar [appellanten], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door mr. R. Timmermans, A.M.J. Veraart, en J.W. van den Boogert, allen werkzaam bij de gemeente, en mr. M.E.C. Mutsaers, werkzaam bij Ingenieursbureau Oranjewoud, zijn verschenen.
Na de behandeling ter zitting heeft de Afdeling de zaken weer gesplitst.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 46, zesde lid, van de Wet op de Raad van State, voor zover hier van belang, kan de Afdeling het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen.
2.2. [appellanten] betogen dat het besluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen. Onder meer is het volgens hen niet ondertekend door de burgemeester, maar door iemand waarvan niet duidelijk is of deze daartoe bevoegd was.
2.2.1. Ingevolge artikel 59a, eerste lid, van de Gemeentewet, worden de stukken die van het college uitgaan door de burgemeester ondertekend en door de secretaris medeondertekend.
Ingevolge het tweede lid kan het college van burgemeester en wethouders de burgemeester toestaan de ondertekening op te dragen aan een ander lid van het college, aan de secretaris of aan een of meer andere gemeenteambtenaren.
2.2.2. Volgens de onder het bestreden besluit vermelde naam en functieomschrijving is dit namens het college van burgemeester en wethouders ondertekend door, onder meer, A.F.W. Osterloh, burgemeester van Halderberge. Blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting is de onder het besluit geplaatste handtekening echter niet van A.F.W. Osterloh, maar vermoedelijk van de loco-burgemeester. Uit de ondertekening blijkt dit echter niet. Nu de handtekening niet overeenstemt met de daaronder geplaatste naam, is het bestreden besluit in strijd met artikel 59a van de Gemeentewet. Deze beroepsgrond is terecht voorgedragen.
2.3. [appellanten] betogen dat zij door de aanleg van de rondweg, ten behoeve waarvan voor hun woning met adres [locatie], hogere geluidgrenswaarden zijn vastgesteld, geluidoverlast zullen ondervinden. Hierdoor zal de waarde van hun woning dalen. Volgens hen is het belang van hun leefomgeving onvoldoende in de besluitvorming meegewogen.
2.3.1. De afweging van de bij de realisatie van de rondweg betrokken belangen vindt in algemene zin plaats bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan dat de rondweg planologisch mogelijk maakt. De Wet geluidhinder stelt daarbij grenzen aan de toelaatbare geluidbelasting vanwege de weg. Het bestreden besluit strekt er toe om krachtens de Wet geluidhinder de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege de voorgenomen rondweg vast te stellen. Deze mag niet hoger worden vastgesteld dan artikel 83 van de Wet geluidhinder toelaat. Ook dient ingevolge artikel 110a, vijfde lid, van de Wet geluidhinder onderzocht te worden of maatregelen kunnen worden getroffen om de geluidbelasting verder terug te dringen. Hetgeen [appellanten] aanvoeren, geeft geen aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre in strijd is met de Wet geluidhinder of enige andere rechtsregel. Dit betoog faalt.
Bestuurlijke lus
2.4. De Afdeling ziet in het belang bij een spoedige beëindiging van het geschil aanleiding het college op de voet van artikel 46, zesde lid, van de Wet op de Raad van State op te dragen het gebrek in het bestreden besluit binnen de hierna te noemen termijn te herstellen.
Het college dient daartoe het in overweging 2.2.2 genoemde gebrek in het besluit van 2 februari 2010 te herstellen, of zo nodig dat besluit, zonder dat daarbij toepassing behoeft te worden gegeven aan afdeling 3.4 van de Awb, te wijzigen dan wel in plaats daarvan een ander besluit te nemen. In het laatste geval dient het wijzigingsbesluit of het nieuwe besluit vervolgens op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt te worden.
2.5. In de einduitspraak zal worden beslist over de proceskosten en vergoeding van het betaalde griffierecht.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
draagt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge op om binnen drie weken na de verzending van deze tussenuitspraak:
1. het in overweging 2.2.2 genoemde gebrek in het besluit van 2 februari 2010 te herstellen, of zo nodig dat besluit te wijzigen dan wel in plaats daarvan een ander besluit te nemen. In het laatste geval dient het wijzigingsbesluit of het nieuwe besluit vervolgens op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt te worden;
2. de Afdeling de uitkomst mede te delen.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. F.C.M.A. Michiels, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.E. Postma, ambtenaar van staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Postma
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 april 2011
539.