ECLI:NL:RVS:2011:BQ2609
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- N.T. Zijlstra
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Buitengebied Alphen-Chaam 2010
Op 11 februari 2010 heeft de raad van de gemeente Alphen-Chaam het bestemmingsplan "Buitengebied Alphen-Chaam 2010" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben onder anderen [verzoeker] en anderen op 14 mei 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 16 februari 2011 hebben zij de voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek op 29 maart 2011 ter zitting behandeld, waarbij [verzoeker] en anderen vertegenwoordigd waren door [gemachtigde] en mr. V. Wösten van Wösten juridisch advies.
De voorzitter oordeelt dat het verzoek om voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling voor het buitengebied van Alphen-Chaam. [verzoeker] en anderen zijn het niet eens met de bestemming tot agrarische bedrijfswoning van hun woning op het perceel [locatie] in [plaats]. Zij stellen dat het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam hen op 29 december 2010 heeft gelast om het gebruik van het pand voor woondoeleinden te staken, wat hen spoedeisend belang geeft bij hun verzoek.
De voorzitter wijst erop dat de bestemming "Agrarisch-Agrarisch bedrijf (A-B)" met de functieaanduiding "bedrijfswoning (bw)" aan het perceel is toegekend. Het is vastgesteld dat de woning onder het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied Alphen" ook de bestemming "Agrarische bedrijfsdoeleinden" had. De voorzitter concludeert dat schorsing van het bestreden besluit niet kan leiden tot het door [verzoeker] en anderen beoogde resultaat, namelijk het gebruik van de woning als burgerwoning. De procedure leent zich niet voor het vaststellen van de bestemming burgerwoning bij voorlopige voorziening, en er zijn geen bijzondere omstandigheden die dit rechtvaardigen. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.