ECLI:NL:RVS:2011:BQ1931
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- P. Klein
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake briefadres in gemeentelijke basisadministratie
Op 14 april 2011 vond een openbare zitting plaats bij de Raad van State, waar de voorzitter, Staatsraad mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, het verzoek om een voorlopige voorziening behandelde. Het verzoeker, die in het buitenland verblijft, vroeg om zijn briefadres in de gemeentelijke basisadministratie (gba) te laten opnemen. Dit verzoek was gericht tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 24 februari 2011, waarin eerder een beslissing was genomen over zijn briefadres.
Verzoeker stelde dat hij een spoedeisend belang had bij het verzoek, omdat hij problemen ondervond met het ontvangen van post. Hij had geen vertrouwensband meer met de persoon wiens adres eerder als briefadres was geregistreerd en had vernomen dat deze persoon was verhuisd. De voorzitter overwoog echter dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij geen andere tijdelijke maatregelen kon treffen om zijn post te ontvangen. Tijdens de zitting verklaarde verzoeker dat hij gebruik maakte van de doorzendservice van TNT, wat volgens de voorzitter een adequate oplossing bood voor zijn probleem.
Uiteindelijk wees de voorzitter het verzoek af, omdat het gestelde spoedeisende belang niet voldoende was om de verzochte voorlopige voorziening te rechtvaardigen. De voorzitter concludeerde dat verzoeker in staat was om zijn post op een andere manier te ontvangen totdat er een uitspraak in de hoofdzaak zou worden gedaan.