ECLI:NL:RVS:2011:BQ1931

Raad van State

Datum uitspraak
14 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201102969/2/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • P. Klein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake briefadres in gemeentelijke basisadministratie

Op 14 april 2011 vond een openbare zitting plaats bij de Raad van State, waar de voorzitter, Staatsraad mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, het verzoek om een voorlopige voorziening behandelde. Het verzoeker, die in het buitenland verblijft, vroeg om zijn briefadres in de gemeentelijke basisadministratie (gba) te laten opnemen. Dit verzoek was gericht tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 24 februari 2011, waarin eerder een beslissing was genomen over zijn briefadres.

Verzoeker stelde dat hij een spoedeisend belang had bij het verzoek, omdat hij problemen ondervond met het ontvangen van post. Hij had geen vertrouwensband meer met de persoon wiens adres eerder als briefadres was geregistreerd en had vernomen dat deze persoon was verhuisd. De voorzitter overwoog echter dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij geen andere tijdelijke maatregelen kon treffen om zijn post te ontvangen. Tijdens de zitting verklaarde verzoeker dat hij gebruik maakte van de doorzendservice van TNT, wat volgens de voorzitter een adequate oplossing bood voor zijn probleem.

Uiteindelijk wees de voorzitter het verzoek af, omdat het gestelde spoedeisende belang niet voldoende was om de verzochte voorlopige voorziening te rechtvaardigen. De voorzitter concludeerde dat verzoeker in staat was om zijn post op een andere manier te ontvangen totdat er een uitspraak in de hoofdzaak zou worden gedaan.

Uitspraak

201102969/2/H3.
Datum uitspraak: 14 april 2011.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[verzoeker], te [plaats],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 24 februari 2011 in zaken nrs. 11/260 en 11/198 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
het college van burgemeester en wethouders van Hilversum.
Procesverloop
Openbare zitting gehouden op 14 april 2011 om 10.00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek voorzitter (vz.)
ambtenaar van staat: mr. P. Klein
Verschenen:
[verzoeker], bijgestaan door mr. M.A. de Boer, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand;
het college van burgemeester en wethouders van Hilversum, vertegenwoordigd door A. Lammers-Roosendaal en C. Pilic, beiden werkzaam bij de gemeente.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 24 februari 2011, verzonden op dezelfde dag. [verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen inhoudende dat jegens hem het briefadres [adres] te [plaats] in de gemeentelijke basisadministratie (hierna: gba) wordt opgenomen.
De voorzitter
wijst het verzoek af.
Daartoe wordt het volgende overwogen. [verzoeker] heeft gesteld dat hij een spoedeisend belang heeft bij het verzoek omdat het voor hem problematisch is om post te ontvangen, nu hij verscheidene perioden in het jaar in het buitenland verblijft. Voorts heeft hij geen vertrouwensband meer met de persoon wiens adres voorheen als briefadres was opgenomen in de gba te Almere en heeft hij vernomen dat voornoemd persoon is verhuisd.
Naar het oordeel van de voorzitter levert het aldus gestelde geen spoedeisend belang op dat het treffen van de verzochte voorlopige voorziening rechtvaardigt. [verzoeker] heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij geen andere tijdelijke maatregelen kan treffen teneinde het door hem gestelde probleem te ondervangen. Hierbij neemt de voorzitter in aanmerking dat [verzoeker], zoals hij ter zitting heeft verklaard, inmiddels gebruik maakt van de doorzendservice van TNT. Niet valt in te zien dat hij op deze wijze het door hem gestelde probleem niet zou kunnen ondervangen tot de Afdeling uitspraak doet in de hoofdzaak.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Klein
voorzitter ambtenaar van staat
176-591.