ECLI:NL:RVS:2011:BQ1849

Raad van State

Datum uitspraak
12 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201008619/2/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

In deze zaak heeft verzoeker op 1 april 2011 een wrakingsverzoek ingediend bij de Raad van State, gericht tegen de Afdeling bestuursrechtspraak. Dit verzoek werd behandeld in de zaak met nummer 201008619/2/H1. Tijdens de openbare zitting op 12 april 2011 was verzoeker niet aanwezig. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek om wraking op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) buiten behandeling gelaten. De Afdeling overwoog dat het verzoek niet in behandeling kon worden genomen, omdat de bezwaren van verzoeker niet specifiek gericht waren tegen de persoon van de staatsraad die de zaak behandelde, maar tegen de gehele Afdeling bestuursrechtspraak. Dit is in strijd met de voorwaarden voor wraking, die vereisen dat de bezwaren betrekking hebben op de onpartijdigheid van de individuele rechters. De Afdeling benadrukte dat de ratio van het wrakingsmiddel is om te waken tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de Afdeling, in aanwezigheid van de ambtenaar van staat.

Uitspraak

201008619/2/H1.
Datum beslissing: 12 april 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
verzoeker,
om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.
1. Procesverloop
Bij brief van ingekomen bij de Raad van State op 1 april 2011, heeft [verzoeker] in zaaknr. 201008619/1/H1 verzocht om wraking van de Afdeling bestuursrechtspraak.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 12 april 2011 ter openbare zitting aan de orde gesteld, waar [verzoeker] niet is verschenen.
2. Beslissing
Bij mondelinge beslissing van 12 april 2011 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Awb buiten behandeling gelaten.
3. Overweging
Daartoe heeft zij het volgende overwogen.
3.1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2. Ingevolge artikel 49, eerste lid, van de Wet op de Raad van State zijn deze artikelen van overeenkomstige toepassing indien bij de Afdeling hoger beroep wordt ingesteld.
3.3. Ingevolge artikel 2, derde lid, van de Wrakingsregeling Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State wordt een verzoek om wraking niet in behandeling genomen voor zover dit een of meer niet met de behandeling van de zaak belaste leden, dan wel de Afdeling bestuursrechtspraak als zodanig betreft.
3.4. Het verzoek berust - zakelijk weergegeven - op het betoog dat de behandeling van de zaak ten onrechte niet is gevoegd met zaaknr.
201002354/1/H1, als gevolg waarvan [verzoeker] er niet op vertrouwt dat de Afdeling bestuursrechtspraak in de thans aan de orde zijnde zaak onpartijdig en onbevooroordeeld uitspraak zal doen. [verzoeker] verzoekt de Afdeling de zaak te verwijzen naar een ander rechtscollege.
3.5. De ratio van het wrakingsmiddel is blijkens de wetsgeschiedenis gelegen in het waken tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid en tegen de schijn van rechterlijke partijdigheid. Een wrakingsgrond dient dan ook gelegen te zijn in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de persoon van de staatsraad die de zaak behandelt. De bezwaren van [verzoeker] hebben geen betrekking op de persoon van staatsraad Offers, die de zaak behandelt. Het verzoek is zowel uitdrukkelijk als naar zijn strekking gericht tegen alle leden van de Afdeling. Het verzoek kan hierom niet in behandeling worden genomen.
Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Hanrathvoorzitter
ambtenaar van staat 392.