201011757/13/R1.
Datum uitspraak: 1 april 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen onder meer:
1. [verzoeker sub 1] en anderen, alle gevestigd te [plaats],
2. [verzoeker sub 2], wonend te [woonplaats],
3. [verzoeker sub 3], wonend te [woonplaats], en anderen,
4. [verzoeker sub 4], wonend te [woonplaats],
5. [verzoeker sub 5a] en [verzoeker sub 5b], beiden wonend te [woonplaats], gemeente Heerlen,
6. [verzoeker sub 6] en Actiecomite Buitenring Parkstad Limburg 't Hofke, wonend, respectievelijk gevestigd te [plaats], gemeente Heerlen,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Rendamax B.V., gevestigd te Kerkrade,
8. [verzoeker sub 8], gevestigd te [plaats] en anderen,
9. [verzoeker sub 9] en anderen, allen wonend te [woonplaats],
10. de stichting Stichting Milieufederatie Limburg, gevestigd te Roermond en anderen,
11. de vereniging Vereniging Natuurmonumenten, gevestigd te 's-Graveland, gemeente Wijdemeren,
verzoekers,
provinciale staten van Limburg,
verweerders.
Bij besluit van 8 oktober 2010 hebben provinciale staten het inpassingsplan "Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg" vastgesteld.
Verzoekers hebben hiertegen tijdig beroep ingesteld. Bij brieven, bij de Raad van State ingekomen op respectievelijk 30 december 2010, 31 december 2010, 31 december 2010, 5 januari 2011, 5 januari 2011, 5 januari 2011, 16 december 2010, 4 januari 2010, 30 december 2010, 6 januari 2011 en 6 januari 2011, hebben verzoekers de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van provinciale staten van 8 oktober 2010.
2.1. De voorzitter doet uitspraak zonder zitting.
2.2. Verzoekers hebben de voorzitter gevraagd het bestreden besluit te schorsen om onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan te voorkomen.
2.3. De Buitenring Parkstad Limburg is een verbindingsweg van provinciaal en regionaal belang waarvan het tracé is gelegen in de gemeenten Heerlen, Landgraaf, Kerkrade, Nuth, Onderbanken, Brunssum en Schinnen. Het betreft een volledige ringweg rondom de regio Parkstad Limburg. De Buitenring wordt een weg met 2x2-rijstroken en een maximaal toegestane snelheid van 100 kilometer per uur. De Buitenring Parkstad Limburg zal worden gerealiseerd door nieuwe weggedeelten aan te leggen en bestaande wegen op te waarderen.
2.4. De gevolgen van de in verband met de aanleg van de Buitenring Parkstad Limburg te verrichten werkzaamheden aan de Buitenring Parkstad Limburg zijn op dit moment niet te overzien en vergen nader onderzoek, waarvoor de onderhavige procedure zich niet leent. Dit houdt mede verband met het grote aantal beroepen dat is ingediend tegen het betrokken besluit en de beslissing om voorafgaand aan de zitting over bepaalde onderwerpen advies in te winnen bij de Stichting advisering bestuursrechtspraak.
2.5. Naar het oordeel van de Voorzitter dient het belang van provinciale staten bij een spoedige aanvang van de werkzaamheden aan de Buitenring Parkstad Limburg onder deze omstandigheden minder zwaar te wegen dan het belang van verzoekers bij het voorkomen van onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan.
Daarbij is naar het oordeel van de voorzitter van belang dat provinciale staten hebben aangegeven voornemens zijn vóór 1 oktober 2011 slechts voorbereidende werkzaamheden te zullen treffen zoals het plaatsen van bouwborden en bouwketen en het inrichten van compensatiegebieden en het amoveren van woningen die reeds eigendom zijn van de provincie en dat tot 1 oktober 2011 niet met de uitvoeringswerkzaamheden zal worden gestart. De voorzitter ziet gelet hierop aanleiding tot het schorsen van het bestreden besluit, waarbij nog van belang is op te merken dat de hoofdzaak behandeld zal worden op 12, 13, 14, 21, 22 en 23 september 2011.
2.6. Provinciale staten dienen op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van provinciale staten van Limburg van 8 oktober 2010, waarbij het inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg is vastgesteld;
II. veroordeelt provinciale staten van Limburg tot vergoeding aan [verzoeker sub 1] en andere, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de andere, aan [verzoeker sub 2], aan [verzoeker sub 3] en anderen, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen, aan [verzoeker sub 4], aan [verzoeker sub 5a] en [verzoeker sub 5b], met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander, aan [verzoeker sub 6] en Actiecomite Buitenring Parkstad Limburg 't Hofke, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander, aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Rendamax B.V., aan [verzoeker sub 8] en anderen, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen, van in verband met de behandeling van het verzoek van elk van deze verzoekers afzonderlijk opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat provinciale staten van Limburg het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 298,00 (zegge: tweehonderdachtennegentig euro) vergoedt aan [verzoeker sub 1] en andere, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de andere, aan [verzoeker sub 6] en Actiecomite Buitenring Parkstad Limburg 't Hofke, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander, aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Rendamax B.V., aan [verzoeker sub 8] en anderen, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen, aan de stichting Stichting Milieufederatie Limburg en anderen, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen en aan de vereniging Vereniging Natuurmonumenten en ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt [verzoeker sub 2], aan [verzoeker sub 3] en anderen, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen, aan [verzoeker sub 4], aan [verzoeker sub 5a] en [verzoeker sub 5b], met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander en aan [verzoeker sub 9] en anderen, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.J.C. van Geel, ambtenaar van staat.
w.g. Van Buuren w.g. Van Geel
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 april 2011