ECLI:NL:RVS:2011:BP9532
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.C. van Sloten
- T.A. Oudenaarden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 met betrekking tot activiteiten nabij Natura 2000-gebied
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998). Het college van gedeputeerde staten van Utrecht heeft op 6 december 2010 het verzoek van de verzoekers om handhavend op te treden tegen de activiteiten van de belanghebbende in de nabijheid van het Natura 2000-gebied Groot Zandbrink en het beschermd natuurmonument Meeuwenkampje afgewezen. De verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek behandeld op 15 maart 2011.
De verzoekers, vertegenwoordigd door mr. V.R. Wösten, betogen dat voor de uitbreiding van het pluimveehouderijbedrijf van de belanghebbende een vergunning op grond van de Nbw 1998 vereist is, gezien de mogelijke gevolgen voor de natuurwaarden in de betrokken gebieden. Het college stelt echter dat de verzoekers niet-ontvankelijk zijn, omdat zij op een afstand van ongeveer vijf kilometer van de natuurgebieden wonen en daarom niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. De voorzitter oordeelt dat de verzoekers, gezien de nabijheid van hun percelen tot de activiteiten van de belanghebbende, wel degelijk als belanghebbenden moeten worden aangemerkt.
De voorzitter concludeert dat er geen onverwijlde spoed is die het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De enkele omstandigheid dat de achtergronddepositie in de betrokken gebieden de kritische depositiewaarde overschrijdt, is onvoldoende om het verzoek te honoreren. Het verzoek wordt afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 23 maart 2011 openbaar uitgesproken.