Uitspraak
201006187/2/H1 en 201010012/2/H1heeft afgewezen.
Raad van State
In deze zaak heeft de Stichting Belangenbehartiging Bewoners en Ondernemers Oud Zuid op 3 maart 2011 een wrakingsverzoek ingediend tegen de staatsraden mr. R.W.L. Loeb, mr. S.F. Wortmann en mr. J.C. Kranenburg, die betrokken waren bij de behandeling van de zaken met nummers 201006187/1/H1 en 201010012/1/H1. De stichting stelde dat er sprake was van schijn van partijdigheid, omdat de voorzitter van de meervoudige kamer stukken had teruggezonden terwijl er al een wrakingsverzoek was ingediend. De staatsraden hebben echter niet ingestemd met de wraking. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het wrakingsverzoek op 3 maart 2011 ter openbare zitting behandeld, waarbij de stichting werd vertegenwoordigd door gemachtigden, terwijl de staatsraden geen gebruik maakten van hun recht om gehoord te worden.
De Afdeling overweegt dat op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht een partij een rechter kan wraken op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Dit geldt ook voor de Raad van State, zoals vastgelegd in artikel 49 van de Wet op de Raad van State. De wrakingsregeling stelt echter dat een verzoek om wraking niet kan worden ingediend na de openbaarmaking van de uitspraak. Het verzoek om wraking van de voorzitter en leden van de eerste wrakingskamer werd ingediend nadat deze kamer al had beslist op een eerder wrakingsverzoek, waardoor het verzoek buiten behandeling moest blijven.
De stichting heeft onvoldoende bewijs geleverd voor de vrees van partijdigheid van de staatsraden. De Afdeling concludeert dat er geen grond is voor de vrees van partijdigheid en wijst het wrakingsverzoek af. De beslissing werd genomen door de voorzitter mr. A.W.M. Bijloos en de leden mr. R. van der Spoel en mr. J.H. van Kreveld, in aanwezigheid van ambtenaar van staat mr. J. Willems. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 16 maart 2011.