ECLI:NL:RVS:2011:BP7757

Raad van State

Datum uitspraak
9 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201008538/2/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H.G. Lubberdink
  • P. Klein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen verkeersbesluit tot sluiting van de Keern voor motorvoertuigen

Op 9 maart 2011 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het verzoeker, wonend te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 22 juli 2010, waarin het beroep van verzoeker tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hoorn ongegrond was verklaard. Dit besluit, genomen op 16 december 2008, hield in dat het Keern gesloten werd verklaard voor motorvoertuigen over een lengte van circa 25 meter, met uitzondering van lijnbussen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit verkeersbesluit, maar het college verklaarde dit bezwaar op 18 mei 2009 niet-ontvankelijk.

Tijdens de zitting op 22 februari 2011 heeft verzoeker de voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De Afdeling heeft het verzoek behandeld, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was en het college vertegenwoordigd werd door G.R.M. Koopman. De voorzitter heeft in overweging genomen dat er inmiddels een uitspraak was gedaan in het hoger beroep, waardoor er geen sprake meer was van een geding. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek om voorlopige voorziening ongegrond was. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2011, waarbij de voorzitter, mr. H.G. Lubberdink, en ambtenaar van staat, mr. P. Klein, aanwezig waren. De uitspraak bevestigde dat het verzoek van verzoeker werd afgewezen, waarmee de eerdere besluiten van het college en de rechtbank in stand bleven.

Uitspraak

201008538/2/H3.
Datum uitspraak: 9 maart 2011.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 22 juli 2010 in zaak nr. 09/1575 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
het college van burgemeester en wethouders van Hoorn.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 december 2008 (hierna: het verkeersbesluit) heeft het college besloten om het Keern gesloten te verklaren voor motorvoertuigen vanaf het punt direct ten noorden van de aansluiting met de Provincialeweg over een lengte van circa 25 meter in noordelijke richting, met uitzondering van lijnbussen.
Bij besluit van 18 mei 2009 heeft het college het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 22 juli 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [verzoeker] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 augustus 2010, hoger beroep ingesteld.
Ter zitting bij de Afdeling op 22 februari 2011, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 22 februari 2011, waar [verzoeker], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door G.R.M. Koopman, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden in zaak nr. 201008538/1/H3, heeft de Afdeling op het hoger beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek als ongegrond te worden afgewezen.
2.2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van staat.
w.g. Lubberdink w.g. Klein
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2011.
280-697.