ECLI:NL:RVS:2011:BP7752
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.J. Parkins-de Vin
- R. Kegge
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan 'Hoogen Dries' vastgesteld door de raad van de gemeente Goirle
Op 20 april 2010 heeft de raad van de gemeente Goirle het bestemmingsplan 'Hoogen Dries' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te [woonplaats], op 2 juni 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 5 januari 2011, waar de appellant en de raad, vertegenwoordigd door mr. J. Ludwig, aanwezig waren.
Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van één woning op een locatie tussen Hoogen Dries 5 en Kerkstraat 33 in Goirle. De appellant is het niet eens met het besluit en stelt dat hij door onjuiste voorlichting over de gebruiksmogelijkheden van het perceel, waarop de woning is voorzien, dit perceel destijds niet heeft gekocht. De Afdeling overweegt echter dat deze kwestie niet kan leiden tot vernietiging van het besluit, omdat de procedure zich richt op de vraag of het bestemmingsplan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het recht.
De Afdeling concludeert dat de afstand van 15 meter tussen het bouwvlak en de woning van de appellant, samen met de maximale bouwhoogte van 4 meter en de ligging in een bestaand bebouwd gebied, voldoende is om te stellen dat er geen ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat zal plaatsvinden. Ook de zorgen van de appellant over de parkeersituatie worden niet onderbouwd, aangezien er binnen het plangebied twee extra parkeerplaatsen gerealiseerd kunnen worden.
De Afdeling oordeelt verder dat de woning op een afstand van ongeveer 23 meter van een naastgelegen bedrijf is voorzien, dat tot categorie 4(A) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort. De raad heeft aangegeven dat het bedrijf geen uitbreidingsruimte heeft en dat geluidwerende voorzieningen in de woning een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kunnen garanderen. De appellant heeft niet aangetoond dat deze stellingen onjuist zijn.
Uiteindelijk verklaart de Afdeling het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin op 16 maart 2011.