Op 3 november 2009 heeft de raad van de gemeente Beuningen het bestemmingsplan "Den Elt, Deelgebied G" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld bij de Raad van State. De beroepen zijn ingediend op respectievelijk 27 en 28 januari 2010. [appellant sub 2] heeft het beroep van [partijen] overgenomen en zijn beroep aangevuld op 29 januari 2011. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 2 februari 2011, waar de raad vertegenwoordigd was door drs. C.A. Crooijmans en [belanghebbende] ook aanwezig was.
In de uitspraak van heden in een andere zaak zijn de beroepen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] tegen een nieuw vastgesteld bestemmingsplan, dat dezelfde inhoud heeft als het oorspronkelijke bestemmingsplan, ongegrond verklaard. Hierdoor hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] geen belang meer bij een oordeel over het oorspronkelijke bestemmingsplan, omdat zij geen schade hebben geleden. De Afdeling heeft daarom de beroepen niet-ontvankelijk verklaard.
De Afdeling heeft ook geoordeeld dat de raad het door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betaalde griffierecht moet vergoeden, omdat zij door toedoen van de raad twee keer beroep hebben moeten instellen en dus ook twee keer griffierecht hebben betaald. De beslissing is uitgesproken in naam der Koningin op 9 maart 2011.