ECLI:NL:RVS:2011:BP7107
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- S.F.M. Wortmann
- M.R. Poot
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bekostiging Joodse scholengemeenschap Maimonides
In deze zaak heeft de stichting Stichting Joodse Scholengemeenschap J.B.O. een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen besluiten van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze besluiten betroffen de bekostiging van de Joodse scholengemeenschap voor mavo/havo/vwo Maimonides, die onder de werking van de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO was gebracht. De stichting was van mening dat de berekening van de uitzonderingsbekostiging onjuist was en dat zij recht had op een hoger bedrag dan was vastgesteld. De minister had op 9 november 2010, 20 december 2010 en 20 januari 2011 besluiten genomen die de bekostiging betroffen, en de stichting vreesde dat zij onomkeerbare maatregelen zou moeten nemen als gevolg van de neerwaartse bijstelling van de rijksbekostiging.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 24 februari 2011 behandeld. De minister heeft toegezegd dat de bekostiging voor functiemix hangende bezwaar op het oude niveau zou worden gehandhaafd, waardoor de spoedeisendheid van het verzoek met betrekking tot het besluit van 20 januari 2011 kwam te vervallen. De stichting stelde dat de uitzonderingsbekostiging onjuist was vastgesteld op € 750.069,69, terwijl zij recht had op € 769.923,22. De voorzitter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat de stichting onomkeerbare maatregelen moest nemen, en dat er geen zwaarwegend belang was om de voorlopige voorziening te treffen.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar de minister werd wel veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de stichting, die op € 874,00 werden vastgesteld, en tot vergoeding van het griffierecht van € 302,00. De uitspraak werd openbaar gedaan op 2 maart 2011.