ECLI:NL:RVS:2011:BP6343

Raad van State

Datum uitspraak
2 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201006600/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.C. Kranenburg
  • P.J.A.M. Broekman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan Zutphensestraat 319 niet-ontvankelijk verklaard

Op 22 april 2010 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Zutphensestraat 319" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te Wenum Wiesel, op 9 juli 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. De gronden van het beroep zijn later aangevuld op 6 augustus 2010. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 27 januari 2011, waar de appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.A. Robbers, en de raad werd vertegenwoordigd door mr. W.L. Weskamp en drs. M. Tulk. Ook de gemeente Voorst en Bredenoord Exploitatiemaatschappij B.V. waren aanwezig als partijen.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het bestemmingsplan de uitbreiding van het bedrijventerrein van Bredenoord aan de Zutphensestraat mogelijk maakt, met inbegrip van de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone. De appellant, eigenaar van een perceel in de gemeente Voorst, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanduiding "ecologische verbindingszone" die op het plandeel met de bestemming "Water" is gelegd. De afstand van het perceel van de appellant tot het plandeel bedraagt ongeveer 450 meter, wat volgens de Afdeling te groot is om een rechtstreeks betrokken belang aan te nemen.

De Afdeling concludeert dat de appellant geen belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, omdat hij niet kan aantonen dat zijn belang rechtstreeks door het besluit wordt geraakt. Hierdoor is het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 2 maart 2011.

Uitspraak

201006600/1/R2.
Datum uitspraak: 2 maart 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Wenum Wiesel, gemeente Apeldoorn, en anderen (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]),
en
de raad van de gemeente Apeldoorn,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 april 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Zutphensestraat 319" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 juli 2010, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 6 augustus 2010.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 januari 2011, waar [appellant], bijgestaan door mr. A.A. Robbers, advocaat te Apeldoorn, en de raad, vertegenwoordigd door mr. W.L. Weskamp en drs. M. Tulk, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Tevens is de gemeente Voorst, vertegenwoordigd door S. van 't Slot, verschenen. Voorts is Bredenoord Exploitatiemaatschappij B.V., vertegenwoordigd door L.F.J. Wiggers en E.H. Keurhorst, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het bestemmingsplan maakt de uitbreiding van het bedrijventerrein van Bredenoord aan de Zutphensestraat te Apeldoorn mogelijk. Tevens is in de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone voorzien.
2.2. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) kan door een belanghebbende bij de Afdeling beroep worden ingesteld tegen een besluit als het aan de orde zijnde.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit.
2.3. [appellant] is eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente Voorst, Sectie R, nummer 95. Hij keert zich tegen de aanduiding "ecologische verbindingszone" die is gelegd op het plandeel met de bestemming "Water". De in dit plan voorziene ecologische verbindingszone is maximaal tien meter breed. Ter zitting is gebleken dat de afstand van het perceel van [appellant] tot het plandeel met de aanduiding "ecologische verbindingszone" ongeveer 450 meter bedraagt. De ruimtelijke uitstraling van de ecologische verbindingszone moet, gezien de afstand van ongeveer 450 meter en het feit dat op het plandeel geen bouwwerken mogen worden opgericht, gering worden geacht. Verder heeft [appellant] niet aannemelijk gemaakt dat, ondanks deze afstand, het plandeel in de weg staat aan een eventuele toekomstige bedrijfsmatige invulling van zijn perceel. Gelet op het bovenstaande is de Afdeling van oordeel dat de afstand in dit geval te groot is om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen.
2.4. De conclusie is dat [appellant] geen belanghebbende is bij het bestreden besluit zodat hij daartegen ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wro, geen beroep kan instellen. Het beroep is derhalve niet-ontvankelijk.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg w.g. Broekman
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 maart 2011
12-683.