ECLI:NL:RVS:2011:BP5462
Raad van State
- Hoger beroep
- C.H.M. van Altena
- S.F.M. Wortmann
- J. Hoekstra
- P. Lodder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijstelling en bouwvergunning voor her- en verbouw van winkelruimten en appartementen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 9 juni 2010. De rechtbank had het beroep van [appellante] ongegrond verklaard, nadat het college van burgemeester en wethouders Oost-Gelre op 6 oktober 2008 vrijstelling en een bouwvergunning had verleend voor de her- en verbouw van drie winkelruimten en de bouw van 12 appartementen op de percelen [locatie 1 t/m 3] te [plaats].
Na het besluit van 8 april 2009, waarin het college het bezwaar van [appellante] ongegrond verklaarde, heeft [appellante] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld in augustus 2010. Tijdens de zitting op 10 januari 2010 zijn zowel [appellante] als het college vertegenwoordigd, evenals [belanghebbende].
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat het college voor het bouwplan vrijstelling heeft verleend op basis van artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). [appellante] betoogde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er sprake was van een kennelijke misslag in de ruimtelijke onderbouwing en dat er een privaatrechtelijke belemmering was voor de vrijstelling.
Echter, de Raad van State oordeelde dat het bestemmingsplan "Dorpskern Lichtenvoorde 2009", dat op 25 mei 2010 was vastgesteld, in overeenstemming was met het bouwplan. Aangezien het bestemmingsplan op 6 augustus 2010 in werking is getreden en er geen rechtsmiddelen zijn aangewend, is het vrijstellingsbesluit niet meer relevant. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin op 23 februari 2011, waarbij de proceskosten niet werden vergoed.