ECLI:NL:RVS:2011:BP4703
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- I.S. Vreken
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen de minister voor Immigratie en Asiel
In deze zaak heeft de minister voor Immigratie en Asiel op 25 november 2010 aanvragen van vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch. Op 20 januari 2011 heeft de rechtbank de beroepen gegrond verklaard, de besluiten van de minister vernietigd en bepaald dat de minister nieuwe besluiten op de aanvragen moet nemen met inachtneming van de uitspraak. De minister heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld. De voorzitter overweegt dat het verzoek geen verdere strekking heeft dan te bepalen dat de minister in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank. De voorzitter concludeert dat het niet op voorhand uitgesloten is dat de uitspraak in hoger beroep niet in stand zal blijven en dat de uitspraak op het hoger beroep binnen redelijke termijn zal worden gedaan.
Gezien de omstandigheden en het feit dat de schriftelijke uiteenzetting van de vreemdelingen geen bijzondere belangen aantoont die nopen tot onmiddellijke uitvoering van de uitspraak, besluit de voorzitter om de voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit betekent dat de minister geen nieuwe besluiten op de aanvragen hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De beslissing is openbaar uitgesproken op 9 februari 2011.