ECLI:NL:RVS:2011:BP4701
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- J.J. den Broeder
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake dwangsom bij huurstandplaats in 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 9 februari 2011 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, wonend te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch. Dit college had op 15 maart 2010 gelast dat de ingebruikname van een huurstandplaats te 's-Hertogenbosch binnen één maand moest worden gestaakt, met een dwangsom van € 5.000,00 per maand bij niet-naleving, tot een maximum van € 25.000,00. Het college verklaarde het bezwaar van verzoeker ongegrond en de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch had het beroep van verzoeker op 8 november 2010 ongegrond verklaard.
Verzoeker verzocht de voorzitter om een voorlopige voorziening, zodat hij niet hoefde te voldoen aan de last en geen dwangsommen verbeurde. Tijdens de zitting op 3 februari 2011, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, werd vastgesteld dat de dwangsommen inmiddels van rechtswege waren verbeurd tot het maximum van € 25.000,00. Het college had bovendien toegezegd niet tot invordering van de verbeurde dwangsommen over te gaan totdat de Afdeling uitspraak had gedaan op het hoger beroep.
De voorzitter oordeelde dat verzoeker geen spoedeisend belang had bij het treffen van de verzochte voorlopige voorziening, omdat de dwangsommen al verbeurd waren en het college had toegezegd niet te incasseren. Daarom werd het verzoek afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 9 februari 2011.