ECLI:NL:RVS:2011:BP3705

Raad van State

Datum uitspraak
9 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201007694/1/M2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.H. van Kreveld
  • W. Sorgdrager
  • E. Helder
  • M.J. van der Zijpp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoek om bestuurlijke handhavingsmiddelen voor sportpaardeninrichting in Wijdemeren

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren op 27 januari 2009 een verzoek van [appellant] om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot een inrichting voor het trainen en huisvesten van sportpaarden afgewezen. Het college verklaarde het bezwaar van [appellant] tegen deze afwijzing op 3 juni 2009 ongegrond. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft dit besluit op 12 mei 2010 vernietigd. Vervolgens heeft het college op 22 juni 2010 opnieuw besloten op het bezwaar, maar dit besluit is door [appellant] bestreden. De zaak werd op 4 januari 2011 ter zitting behandeld, waarbij [appellant] en een vertegenwoordiger van het college aanwezig waren. De Afdeling heeft vastgesteld dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op dit geding niet van toepassing is, en dat de relevante wetten zoals zij vóór de invoering van de Wabo golden, moeten worden toegepast. Het bestreden besluit is in stand gehouden op basis van een verklaring van het college, maar deze verklaring is later herroepen, waardoor het bestreden besluit niet deugdelijke motivering had. De Afdeling heeft het beroep van [appellant] gegrond verklaard, het besluit van 22 juni 2010 vernietigd en het college opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellant] en het griffierecht.

Uitspraak

201007694/1/M2.
Datum uitspraak: 9 februari 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats], gemeente Wijdemeren,
appellant,
en
het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 27 januari 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren een verzoek van [appellant] om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot een inrichting voor het trainen en huisvesten van sportpaarden aan de [locatie] te Nederhorst den Berg afgewezen.
Bij besluit van 3 juni 2009 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
De Afdeling heeft dit besluit bij uitspraak van 12 mei 2010, in zaak nr.
200905059/1, vernietigd.
Bij brief van 22 juni 2010 heeft het college, voor zover hier van belang, opnieuw besloten op het bezwaar.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 augustus 2010, beroep ingesteld.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak gevoegd met zaak nr.
201007693/1/M2ter zitting behandeld op 4 januari 2011, waar [appellant], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door mr. J.A.L. van den Puttelaar, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Na de zitting zijn de zaken gesplitst.
2. Overwegingen
2.1. Op 1 oktober is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) in werking getreden. Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het in de Invoeringswet Wabo opgenomen overgangsrecht volgt dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit geding. In deze uitspraak worden dan ook de wetten aangehaald, zoals zij luidden voordat zij bij invoering van de Wabo werden gewijzigd.
2.2. Het bestreden besluit strekt er, voor zover hier van belang, toe dat het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 27 januari 2009 opnieuw ongegrond is verklaard.
2.3. Bij besluit van 4 december 2007 is voor de inrichting een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend (hierna: de vergunning). Bij dat besluit is onder meer vergunning verleend voor het laden en lossen van paarden die worden vervoerd met personenauto's in combinatie met een trailer op het terrein van de inrichting in de periode van 7:00 tot 19:00 uur.
[appellant] heeft bij brief van 24 december 2008 verzocht om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen vanwege het buiten deze periode laden en lossen van paarden.
Dit verzoek is bij het besluit van 27 januari 2009 afgewezen. Deze afwijzing is bij het bestreden besluit in stand gelaten omdat volgens het college op grond van een op 4 maart 2009 gedane melding in de zin van artikel 8.19, eerste lid, van de Wet milieubeheer in combinatie met een door het college op 25 juni 2009 gegeven verklaring met betrekking tot die melding, het inmiddels was toegestaan om ook buiten de periode van 7:00 tot 19:00 uur paarden te laden en lossen.
2.4. Bij uitspraak van heden in zaak nr.
201007693/1heeft de Afdeling het besluit van 25 juni 2009 herroepen. Dit brengt mee dat aan de bij besluit van 25 juni 2009 gegeven verklaring met terugwerkende kracht de rechtsgevolgen zijn ontnomen. Gelet hierop berust het bestreden besluit, voor zover daarin het besluit van 27 januari 2009 is gehandhaafd met een beroep op de bedoelde verklaring, in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet op een deugdelijke motivering.
2.5. Het beroep is gegrond. Het besluit van 22 juni 2010 dient te worden vernietigd. Het college dient een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Daartoe zal de Afdeling een termijn stellen.
2.6. Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren van 22 juni 2010, kenmerk B/00271/100625/JP;
III. draagt het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren op om binnen zes weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen;
IV. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. W. Sorgdrager en mr. E. Helder, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Van der Zijpp
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 februari 2011
262-685.