ECLI:NL:RVS:2011:BP3675

Raad van State

Datum uitspraak
9 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201001161/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • A.P. de Rooy
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Spoorzone - de Driemark' en de bedrijfsbelangen van Arco Meubelfabriek B.V.

Op 9 februari 2011 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de besloten vennootschap Arco Meubelfabriek B.V. en de raad van de gemeente Winterswijk. De zaak betreft het bestemmingsplan 'Spoorzone - de Driemark', dat op 17 december 2009 door de raad is vastgesteld. Arco heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, omdat zij van mening is dat het plan onvoldoende rekening houdt met haar bedrijfsbelangen en de uitbreidingsmogelijkheden van haar meubelfabriek beperkt. Arco stelt dat de geldende geluidsnormen en de toegestane bouwhoogte en bebouwingspercentage problematisch zijn voor haar bedrijfsvoering.

De raad van de gemeente Winterswijk heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de bedrijfsactiviteiten van Arco. Tijdens de zitting op 10 november 2010 is vastgesteld dat de bestaande bedrijfsactiviteiten van Arco niet worden belemmerd door het plan. De Afdeling heeft overwogen dat Arco geen concrete plannen heeft gepresenteerd die de raad bij de vaststelling van het plan in overweging had moeten nemen. Bovendien is niet aangetoond dat een eventuele uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten van Arco tot problemen zou leiden op het gebied van geluid.

De Afdeling heeft geconcludeerd dat de raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat het bestemmingsplan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van Arco is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan in naam der Koningin.

Uitspraak

201001161/1/R2.
Datum uitspraak: 9 februari 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Arco Meubelfabriek B.V., gevestigd te Winterswijk (hierna: Arco),
appellante,
en
de raad van de gemeente Winterswijk,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 december 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Spoorzone - de Driemark" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Arco bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 januari 2010, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 10 maart 2010.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 november 2010, waar Arco, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Kobossen, advocaat te Apeldoorn, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A. Bandel, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in de toekenning van een bestemming voor maatschappelijke doeleinden aan de spoorzone te Winterswijk. Blijkens de plantoelichting wordt beoogd om op deze locatie een middelbare school, een sporthal en bijbehorende voorzieningen te realiseren.
2.2. Arco voert aan dat met het plan onvoldoende rekening is gehouden met de huidige en toekomstige bedrijfsbelangen van haar meubelfabriek. De uitbreidingsmogelijkheden worden, gelet op de geldende geluidsnormen, door het plan beperkt of wellicht onmogelijk gemaakt. Arco voert aan schade te lijden door het plan.
Verder voert Arco aan dat de toegestane bouwhoogte en bebouwingspercentage voor Arco problematisch is.
2.3. De raad stelt dat het plan niet leidt tot het hinderen van de bedrijfsbelangen van Arco. De raad stelt dat bij de uitgevoerde milieuhygiënetoets in relatie met de huidige geluidsruimte is gebleken dat de nieuwe ontwikkeling geen gevolgen heeft voor de bedrijfsactiviteiten van het Arco. Verder stelt de raad dat op grond van het geluidsbeleid van het gemeentebestuur een toename van geluidsproductie door Arco niet is toegestaan. De uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf zijn derhalve reeds op grond van dit beleid uitgesloten.
Verder stelt de raad dat de gekozen bouwhoogte stedenbouwkundig passend is in deze omgeving omdat het te bouwen schoolgebouw onderdeel gaat uitmaken van een groter geheel.
2.4. Met betrekking tot het betoog dat het plan de bedrijfsvoering van Arco zou kunnen belemmeren overweegt de Afdeling het volgende. Ter zitting is vast komen te staan dat de bestaande bedrijfsactiviteiten van Arco niet worden belemmerd door het plan. Het betoog van Arco ziet derhalve op eventuele belemmeringen van de bedrijfsvoering in het geval van uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten. Noch uit de stukken noch uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat Arco concrete plannen heeft waarmee de raad bij de vaststelling van het plan rekening had moeten houden. Overigens is niet aangegeven waarom een eventuele uitbreiding op het punt van geluid tot problemen zou leiden. De Afdeling is gezien het voorgaande van oordeel dat de raad in redelijkheid aan hierbedoelde bezwaren geen overwegende betekenis hoefde toe te kennen.
2.5. Het betoog van Arco dat de toegestane bouwhoogte en bebouwingspercentage voor Arco tot problemen zal leiden is niet nader onderbouwd. Reeds om die reden kan het niet slagen.
2.6. In hetgeen Arco heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Het beroep is ongegrond.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.P. de Rooy, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. De Rooy
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 februari 2011
59-674.