ECLI:NL:RVS:2011:BP3648

Raad van State

Datum uitspraak
1 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201010852/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Hoekstra
  • A.J. Soede
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan 'Nieuwe Sloot' door de Raad van State

Op 1 februari 2011 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de Vereniging Belangenbehartiging Planetensingel en anderen een voorlopige voorziening vroegen tegen het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn, dat op 30 september 2010 het bestemmingsplan 'Nieuwe Sloot' had vastgesteld. De vereniging en anderen stelden dat het plan niet voldeed aan de vereisten van de Wet ruimtelijke ordening en dat er onduidelijkheden waren over de parkeernormen en de financiële uitvoerbaarheid van het plan. Tijdens de zitting op 18 januari 2011 werd het verzoek behandeld, waarbij de vereniging werd vertegenwoordigd door mr. C.J.R. van Binsbergen en de raad door J.E. Theunissen en P.A.W. Commissaris. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, R.J. Hoekstra, oordeelde dat er een spoedeisend belang was en dat de financiële uitvoerbaarheid van de woonservicezone onvoldoende gewaarborgd was. De voorzitter schorste daarom het besluit van de raad voor zover het betreft de plandelen met de bestemming 'Gemengd-2' voor de woonservicezone. De overige verzoeken werden afgewezen. De raad werd veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en griffierecht aan de vereniging. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afwegingen bij de vaststelling van bestemmingsplannen en de rol van de Raad van State in het waarborgen van rechtsbescherming voor belanghebbenden.

Uitspraak

201010852/2/R1.
Datum uitspraak: 1 februari 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de vereniging Vereniging Belangenbehartiging Planetensingel, gevestigd te Alphen aan den Rijn, en anderen,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 30 september 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Nieuwe Sloot" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer de Vereniging Planetensingel en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 november 2010, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 november 2010, hebben de Vereniging Planetensingel en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 januari 2011, waar de Vereniging Planetensingel en anderen, vertegenwoordigd door mr. C.J.R. van Binsbergen, advocaat te Alphen aan den Rijn, en de raad, vertegenwoordigd door J.E. Theunissen en P.A.W. Commissaris, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Ter zitting is de Stichting wonenCentraal, vertegenwoordigd door P.V.J. Kessel, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in een planologisch kader voor de herinrichting en ontwikkeling van het gebied Nieuwe Sloot, waarbij onder meer wordt voorzien in een woonservicezone en in woningbouwmogelijkheden. De Vereniging Planetensingel en anderen hebben zich in hun zienswijzen alleen gericht tegen de plandelen voor de gronden voor de woonservicezone en de plandelen voor de woningen die aan de Planetensingel mogelijk worden gemaakt, zodat hun verzoek alleen op de plandelen voor deze gronden betrekking kan hebben.
Aan de gronden voor de woonservicezone is de bestemming "Gemengd-2" toegekend en aan de gronden voor de woningen aan de Planetensingel zijn de bestemmingen "Woongebied" en "Tuin" toegekend. De Vereniging Planetensingel en anderen beogen met hun verzoek onomkeerbare ontwikkelingen wat betreft deze plandelen te voorkomen. Ter zitting is gebleken dat Stichting wonenCentraal op 23 december 2010 een nieuwe aanvraag heeft ingediend om een vergunning voor de realisering van de woonservicezone. De voorzitter acht een spoedeisend belang aanwezig.
2.3. Met betrekking tot de plandelen met de bestemming "Gemengd-2" voor de woonservicezone hebben de Vereniging Planetensingel en anderen betoogd dat niet duidelijk is welk toetsingskader voor deze plandelen geldt, nu de raad op 30 september 2010 ten aanzien van deze plandelen tevens een projectbesluit heeft genomen, en het projectbesluit meer mogelijk maakt dan het onderhavige bestemmingsplan. Volgens de Vereniging Planetensingel en anderen moet dit projectbesluit als een bestemmingsplan worden aangemerkt.
2.4. De voorzitter overweegt hieromtrent dat in de onderhavige procedure het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening voor het besluit van 30 september 2010 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Nieuwe Sloot" voorligt, en dat voor een oordeel over een ander door de raad genomen besluit, waarvoor tevens een andere procedure is aangewezen, in deze procedure geen plaats is.
2.5. Volgens de Vereniging Planetensingel en anderen is in het plan niet verzekerd dat er voldoende parkeerruimte zal zijn. In het plan is niet bepaald hoeveel woningen zullen worden gebouwd en in de planregels is geen parkeernorm opgenomen. Voorts is volgens de Vereniging Planetensingel en anderen onduidelijk hoe het parkeerbeleid zal worden geëffectueerd.
2.6. Ingevolge artikel 6, onder a en g, van de planregels, zijn de gronden met de bestemming "Gemengd-2" bestemd voor wonen en een onbepaald aantal lagen parkeergarage. Ingevolge artikel 19, lid 19.2, onder f, mag het aantal woningen binnen het plandeel met de bestemming "Woongebied" aan de Planetensingel niet meer bedragen dan 30. Ingevolge artikel 13 zijn ter plaatse van de gronden met de bestemming "Tuin" tevens parkeervoorzieningen toegestaan. Ten zuiden van de gronden voor de Planetensingel is de bestemming "Verkeer-Verblijfsgebied" toegekend. Ingevolge artikel 15 zijn op deze gronden ook parkeervoorzieningen toegestaan. De raad heeft voorts toegelicht dat daarbij de vastgestelde parkeernormen in acht moeten worden genomen en dat indien voor een bepaalde functie geen norm is vastgesteld de CROW-parkeerkencijfers als norm van toepassing zijn. De voorzitter ziet gelet op het voorgaande voorshands geen aanleiding voor het oordeel dat het plan niet in voldoende parkeergelegenheid voorziet.
2.7. De Vereniging Planetensingel en anderen betogen 1 februari 2011van kantoren strijdig is met artikel 7 van de provinciale Verordening Ruimte (hierna: de Verordening).
2.8. Aan een deel van het westelijk gelegen plandeel met de bestemming "Gemengd-2" is tevens de aanduiding "kantoor" toegekend.
Ingevolge artikel 6.1, onder e, zijn de gronden met de bestemming "Gemengd-2" bestemd voor kantoren, uitsluitend op de begane grond bouwlaag, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "kantoor" tevens op de eerste verdieping bouwlaag een kantoor tot een oppervlakte van 1600 m2 is toegestaan.
2.9. De Verordening is vastgesteld op 2 juli 2010 en in werking getreden op 20 juli 2010. Ingevolge artikel 7 van de Verordening wijzen bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen buiten de invloedsfeer van bestaande haltes van het Zuidvleugelnet en buiten een in een geldend bestemmingsplan opgenomen kantoorbestemming, geen bestemmingen aan die nieuwe bebouwing voor kantoren mogelijk maken. De plandelen met de bestemming "Gemengd-2" voor de woonservicezone liggen buiten de invloedsfeer van de bestaande haltes van het Zuidvleugelnet en in het voorgaande plan was niet reeds een kantoorbestemming voor deze gronden opgenomen, zodat het toestaan van kantoren op de plandelen voor de woonservicezone in strijd moet worden geacht met de Verordening. Voorts heeft de raad dit ter zitting erkend en de voorzitter verzocht het plan op dit punt te schorsen. Gelet hierop ziet de voorzitter aanleiding op dit punt een voorlopige voorziening te treffen.
2.10. De Vereniging Planetensingel en anderen betogen voorts dat de financiële uitvoerbaarheid van het plan in zoverre niet gewaarborgd is, omdat de raad onrechtmatige staatssteun heeft verstrekt door de gronden voor een niet marktconforme prijs aan de initiatiefnemer van de woonservicezone, Stichting wonenCentraal, over te dragen en een bijdrage voor de in deze zone voorziene parkeergarage aan Stichting wonenCentraal te verstrekken.
2.11. Wat betreft de voorgenomen overdracht van de gronden voor de woonservicezone heeft de raad ter zitting toegelicht dat hij de procedure heeft gevolgd die is beschreven in de "Mededeling van de Commissie betreffende staatssteunelementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties" (PB 1997 C 209) (hierna: de Mededeling). Ingevolge artikel 2, onder a, in samenhang met artikel 3 van de Mededeling hoeven transacties die tot stand zijn gekomen tegen op zijn minst de marktwaarde die door onafhankelijke taxateurs voorafgaand aan de verkooponderhandelingen is vastgesteld niet bij de Europese Commissie te worden aangemeld ter beoordeling of er sprake is van staatssteun. De raad heeft toegelicht dat de gronden door twee onafhankelijke en beëdigde taxateurs op 1 februari 2008 zijn getaxeerd op een waarde van afgerond 12 miljoen euro. De voorzitter overweegt, dat gelet op het voorgaande wat betreft de voorgenomen overdracht van de gronden hij voorshands geen aanleiding ziet voor het oordeel dat de overdracht van de gronden voor de woonservicezone bij de Europese Commissie had moeten worden gemeld.
Wat betreft de bijdrage van de raad aan de bouw van de parkeergarage overweegt de voorzitter dat de raad eerst ter zitting heeft meegedeeld de bijdrage te geven ten behoeve van een openbare parkeergarage en dat de Vereniging Planetensingel en anderen daarop niet inhoudelijk hebben kunnen reageren. Mede in dit licht leent de vraag of sprake is van een steunmaatregel, die aan de Europese Commissie gemeld had moeten worden, zich niet voor beantwoording in deze voorlopige voorziening.
Nu de raad en Stichting wonenCentraal vooralsnog ook niet aannemelijk hebben gemaakt dat de financiële uitvoerbaarheid van de woonservicezone met de parkeergarage anderszins gewaarborgd is indien sprake is van verboden staatssteun en de raad zijn bijdragen terug dient te vorderen, oordeelt de voorzitter dat de financiële uitvoerbaarheid van het plan wat betreft de plandelen voor de woonservicezone met de bestemming "Gemengd-2" onvoldoende gewaarborgd is. De voorzitter ziet hierin aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.12. Gelet op het voorgaande bestaat geen aanleiding om op de overige aangevoerde gronden in te gaan.
2.13. De raad dient ten aanzien van de Vereniging Planetensingel en anderen op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van 30 september 2010, kenmerk 2010/10093, voor zover het betreft de plandelen met de bestemming "Gemengd-2" voor de woonservicezone;
II. wijst het verzoek voor het overige af;
III. veroordeelt de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn tot vergoeding van bij de vereniging Vereniging Belangenbehartiging Planetensingel en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn aan de vereniging Vereniging Belangenbehartiging Planetensingel en anderen het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 298,00 (zegge: tweehonderdachtennegentig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, ambtenaar van staat.
w.g. Hoekstra w.g. Soede
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 februari 2011
270-655.