ECLI:NL:RVS:2011:BP1298

Raad van State

Datum uitspraak
19 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201005552/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering lichte bouwvergunning voor dakkapel in Culemborg

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Culemborg op 26 augustus 2008 geweigerd om aan [appellant] een lichte bouwvergunning te verlenen voor het legaliseren van een reeds geplaatste dakkapel op zijn woning. Het college heeft deze weigering onderbouwd met de stelling dat het bouwplan niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Na een ongegrond verklaard bezwaar door het college op 19 december 2008, heeft de rechtbank Arnhem op 27 april 2010 de uitspraak van het college bevestigd. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 19 januari 2011 werd behandeld.

Tijdens de zitting op 24 december 2010 is [appellant] verschenen, bijgestaan door zijn vertegenwoordigers, terwijl het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente. [appellant] betoogde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat voor de dakkapel een lichte bouwvergunning vereist was, en verwees naar een eerdere uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2009. Het college heeft echter volhard in zijn standpunt dat de dakkapel niet in overeenstemming is met de welstandscriteria.

De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het betoog van [appellant] niet opgaat, aangezien de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de dakkapel bouwvergunningplichtig is. Ook het nieuwe bouwplan dat door [appellant] is ingediend, is niet aan de orde in deze procedure, omdat hierop nog geen besluit is genomen door het college. De betrokken welstandscommissie heeft negatief geadviseerd over het nieuwe plan. Uiteindelijk heeft de Raad van State het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201005552/1/H1.
Datum uitspraak: 19 januari 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 27 april 2010 in zaak nr. 09/552 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Culemborg.
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 augustus 2008 heeft het college geweigerd aan [appellant] een lichte bouwvergunning te verlenen voor het legaliseren van een reeds geplaatste dakkapel op de woning op het perceel [locatie] te Culemborg.
Bij besluit van 19 december 2008 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 april 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 7 juni 2010, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 20 juli 2010.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] en het college hebben nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 december 2010, waar [appellant], en het college, vertegenwoordigd door J.H. van der Kamp en R.A. Vermeulen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De woning van [appellant] is voorzien van een zogenoemde mansardekap. Het bouwplan ziet op een reeds gerealiseerde dakkapel die op de bovenste kap van het mansardedak is geplaatst.
2.2. Het college heeft aan de weigering bouwvergunning te verlenen ten grondslag gelegd dat het bouwplan niet in overeenstemming is met redelijke eisen van welstand.
2.3. [appellant] betoogt tevergeefs dat de rechtbank heeft miskend dat het oprichten van de dakkapel bouwvergunningvrij is. Daartoe wordt verwezen naar de eerder tussen partijen gewezen uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2009, zaak nr.
200901187/1, waarin is overwogen dat de rechtbank terecht en op goede gronden heeft geoordeeld dat voor de dakkapel een lichte bouwvergunning is vereist. Dat oordeel staat hiermee in rechte vast.
2.4. Voor zover [appellant] betoogt dat het door hem ingediende nieuwe bouwplan, dat onder andere voorziet in een verplaatsing van de dakkapel, past binnen de sneltoetscriteria van de welstandsnota Culemborg, en dat derhalve de bouwvergunning voor de dakkapel alsnog had moeten worden verleend, faalt dat. Dit betoog heeft betrekking op een nieuw bouwplan waarop door het college nog geen besluit is genomen en in dit geding niet aan de orde is. Overigens heeft de betrokken welstandscommissie "Gelders Genootschap" omtrent het nieuwe bouwplan op 21 juni 2010 een negatief advies uitgebracht en is ook het advies dat op verzoek van [appellant] door de welstandscommissie Hilversum is uitgebracht, negatief.
2.5. Anders dan [appellant] tot slot heeft betoogd, is niet komen vast te staan dat het verslag van de hoorzitting van 10 november 2008 van de commissie bezwaarschriften van Culemborg alsmede het proces-verbaal van de zitting van de rechtbank onjuist dan wel onvolledig zouden zijn.
Het betoog faalt.
2.6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van Driel, ambtenaar van staat.
w.g. Offers w.g. Van Driel
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 januari 2011
414-669.