ECLI:NL:RVS:2010:BO4827

Raad van State

Datum uitspraak
24 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201003220/1/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor beveiligingswerkzaamheden door korpschef van de politieregio Zaanstreek-Waterland

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 18 februari 2010, waarin het beroep van [appellant] ongegrond werd verklaard. De zaak betreft de weigering van de korpschef van de politieregio Zaanstreek-Waterland om toestemming te verlenen voor het verrichten van beveiligingswerkzaamheden door [appellant] voor een beveiligingsorganisatie. De korpschef had op 19 november 2008 een besluit genomen waarin deze toestemming werd onthouden. Dit besluit werd later door de korpsbeheerder op 15 juni 2009 in een besluit op bezwaar bevestigd, maar ook dit werd door [appellant] aangevochten.

De rechtbank oordeelde dat de korpschef bevoegd was om het besluit te nemen, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kwam tot de conclusie dat dit niet het geval was. Volgens de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) is de korpschef van de politieregio waar de beveiligingsorganisatie is gevestigd bevoegd om toestemming te verlenen. Aangezien [bedrijf] van [appellant] is gevestigd in de politieregio Kennemerland, was de korpschef van die regio bevoegd en niet de korpschef van Zaanstreek-Waterland. De rechtbank had dit niet onderkend, wat leidde tot de vernietiging van haar uitspraak.

De Afdeling verklaarde het hoger beroep gegrond en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Tevens werd het besluit van de korpsbeheerder van 15 juni 2009 vernietigd en het besluit van de korpschef van 19 november 2008 herroepen. De korpsbeheerder werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellant]. De uitspraak werd openbaar gedaan op 24 november 2010.

Uitspraak

201003220/1/H3.
Datum uitspraak: 24 november 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 18 februari 2010 in zaak nr. 09-4596 in het geding tussen:
[appellant]
en
de korpsbeheerder van de politieregio Zaanstreek-Waterland.
1. Procesverloop
Bij besluit van 19 november 2008 heeft de korpschef van de politieregio Zaanstreek-Waterland [appellant] toestemming voor het verrichten van beveiligingswerkzaamheden voor een beveiligingsorganisatie onthouden.
Bij besluit van 15 juni 2009 heeft de korpsbeheerder het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 februari 2010, verzonden op 19 februari 2010, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 april 2010, hoger beroep ingesteld.
De korpschef heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 oktober 2010, waar [appellant], bijgestaan door mr. G.L.D. Thomas, advocaat te Amsterdam, en de korpschef, vertegenwoordigd door mr. L. Seinen, werkzaam bij de Politie Zaanstreek-Waterland, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (hierna: de Wpbr), voor zover thans van belang, stelt een beveiligingsorganisatie of recherchebureau geen personen te werk die belast zullen worden met werkzaamheden, anders dan de leiding van de organisatie of het bureau, dan nadat voor hen toestemming is verkregen van de korpschef van het politiekorps in de regio waar de beveiligingsorganisatie of het recherchebureau dan wel een onderdeel daarvan is gevestigd.
Ingevolge het vijfde lid, eerste volzin, wordt de toestemming, bedoeld in het eerste en tweede lid, onthouden indien de desbetreffende persoon niet beschikt over de bekwaamheid en betrouwbaarheid die nodig zijn voor het te verrichten werk.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Politiewet 1993 wordt in deze wet onder regio verstaan: politieregio.
Ingevolge artikel 21, eerste lid, voor zover thans van belang, is het Nederlandse grondgebied verdeeld in 25 politieregio's overeenkomstig de bij deze wet behorende bijlage.
In de bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, is, voor zover thans van belang, onder de regio Kennemerland de gemeente Velsen vermeld.
2.2. Ambtshalve overweegt de Afdeling als volgt.
[appellant] heeft de toestemming gevraagd voor het verrichten van beveiligingswerkzaamheden voor [bedrijf]. Niet in geschil is dat [bedrijf] sinds 14 november 2008 is gevestigd te [plaats]. De gemeente Velsen maakt ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 1993 gelezen in verbinding met de bijlage bij die wet onderdeel uit van de politieregio Kennemerland. Nu ingevolge artikel 7, tweede lid, van de Wpbr de korpschef van het politiekorps in de regio waar de beveiligingsorganisatie is gevestigd, bevoegd is om een besluit te nemen omtrent de toestemming voor het verrichten van werkzaamheden voor die beveiligingsorganisatie, was de korpschef van de politieregio Kennemerland bevoegd om een besluit te nemen op de aanvraag van [appellant]. Hieruit volgt dat de korpschef van de politieregio Zaanstreek-Waterland niet bevoegd was tot het nemen van het besluit van 19 november 2008. Ook het besluit op bezwaar had moeten worden genomen door de korpschef van de politieregio Kennemerland. De rechtbank heeft dit ten onrechte niet onderkend.
2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van de korpsbeheerder van 15 juni 2009 alsnog gegrond verklaren. Dat besluit komt wegens strijd met artikel 7, tweede lid, van de Wpbr voor vernietiging in aanmerking. De Afdeling zal op na te melden wijze in de zaak voorzien. Het besluit van 19 november 2008 zal worden herroepen. De Afdeling zal bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
2.4. De korpsbeheerder dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 18 februari 2010 in zaak nr. 09-4596;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt het besluit van de korpsbeheerder van de politieregio Zaanstreek-Waterland van 15 juni 2009, kenmerk KKL/LS/09UIT02037;
V. herroept het besluit van de korpschef van de politieregio Zaanstreek-Waterland van 19 november 2008, kenmerk 363660;
VI. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VII. veroordeelt de korpsbeheerder van de politieregio Zaanstreek-Waterland tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VIII. veroordeelt de korpsbeheerder van de politieregio Zaanstreek-Waterland tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient aan de secretaris van de Raad van State (bankrekening Raad van State 56.99.94.977) onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
IX. veroordeelt de korpsbeheerder van de politieregio Zaanstreek-Waterland tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
X. gelast dat de korpsbeheerder van de politieregio Zaanstreek-Waterland aan [appellant] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 374,00 (zegge: driehonderdvierenzeventig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.M.M. de Leeuw-van Zanten, ambtenaar van staat.
w.g. Bijloos w.g. De Leeuw-van Zanten
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 november 2010
97-640.