ECLI:NL:RVS:2010:BO2697

Raad van State

Datum uitspraak
3 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201000533/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering handhaving tegen gebruik pand voor middelbaar onderwijs door Albeda College

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de stichting "Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam en omstreken" (hierna: Albeda College) tegen een besluit van het dagelijks bestuur van de deelgemeente Delfshaven. Het dagelijks bestuur had op 23 september 2008 geweigerd om handhavend op te treden tegen het gebruik van het pand aan de Mathenesserlaan 321 te Rotterdam voor de huisvesting van mavo 3 en mavo 4 klassen van de Wolfert van Borselen Scholengroep. Albeda College had bezwaar gemaakt tegen deze weigering, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard op 20 januari 2009. De rechtbank Rotterdam verklaarde op 4 december 2009 het beroep van Albeda College gegrond en vernietigde het besluit van het dagelijks bestuur, voor zover het ging om de beperking van de vrijstelling voor het gebruik van het pand.

Albeda College ging in hoger beroep bij de Raad van State, die de zaak op 14 september 2010 ter zitting behandelde. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat het dagelijks bestuur inderdaad handhavend kon optreden tegen het gebruik van het pand voor de huisvesting van de mavo-klassen. Albeda College betoogde dat de rechtbank had miskend dat de verleende vrijstelling ook voor niet-technisch middelbaar beroepsonderwijs (mbo) gold. De Raad van State oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat in het pand geen mbo mocht worden gegeven, en dat dit buiten het geding was getreden.

De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond en gelastte dat het door Albeda College betaalde griffierecht van € 447,00 wordt terugbetaald. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 3 november 2010.

Uitspraak

201000533/1/H1.
Datum uitspraak: 3 november 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de stichting "Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam en omstreken" (hierna: Albeda College), gevestigd te Rotterdam,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 december 2009 in zaak nr. 09/723 in het geding tussen:
Albeda College
en
het dagelijks bestuur van de deelgemeente Delfshaven (hierna: het dagelijks bestuur).
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 september 2008 heeft het dagelijks bestuur geweigerd om handhavend tegen het gebruik door Albeda College van het pand Mathenesserlaan 321 te Rotterdam voor de huisvesting van middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (hierna: mavo) 3 en mavo 4 klassen van de Wolfert van Borselen Scholengroep voor openbaar voortgezet onderwijs te Rotterdam op te treden.
Bij besluit van 20 januari 2009 heeft het het door Albeda College daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 4 december 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het door Albeda College daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, voor zover daarbij nadere invulling is gegeven aan de beperking van de vrijstelling voor het gebruik van het pand, als verwoord in het besluit van het dagelijks bestuur van 30 mei 2006, bepaald dat de vrijstelling geldt voor het gebruik van (jong)volwasseneneducatie van 16 jaar en ouder dat vergelijkbaar is met het niveau van het voortgezet onderwijs en het vmbo, waarbij de nadruk ligt op inburgeringsonderwijs (meer dan 50%) en bepaald dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit van 20 januari 2009, voor zover dat is vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Albeda College bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 januari 2010, hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
Albeda College heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 september 2010, waar Albeda College, vertegenwoordigd door mr. A. van Rossem, [gemachtigden], en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door J.M. Mulder, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. In hoger beroep is niet in geschil dat het dagelijks bestuur handhavend tegen het gebruik door Albeda College van het pand voor de huisvesting van mavo 3 en 4 klassen van de Wolfert van Borselen Scholengroep kon optreden.
Albeda College betoogt dat de rechtbank, door te overwegen dat, gelet op de verleende vrijstelling, in het pand geen middelbaar beroepsonderwijs (hierna: mbo) kan worden gegeven, heeft miskend dat de vrijstelling voor het gebruik van het pand, verwoord in het besluit van het dagelijks bestuur van 30 mei 2006, ook voor niet-technisch mbo is verleend.
2.2. Het verzoek om handhaving van Stichting Boulevard Rotterdam van 18 juli 2008 en het besluit daarop van 23 september 2008 betreffen het gebruik van het pand voor de huisvesting van mavo 3 en 4 klassen van de Wolfert van Borselen Scholengroep. De rechtbank heeft zich ten onrechte niet daartoe beperkt. Door te overwegen dat in het pand, gelet op de verleende vrijstelling, geen mbo mag worden gegeven is zij buiten het geding getreden.
2.3. Het betoog slaagt. Het hoger beroep is reeds om die reden gegrond.
2.4. Redelijke toepassing van artikel 54, eerste lid, van de Wet op de Raad van State brengt met zich dat het in hoger beroep betaalde griffierecht door de secretaris van de Raad van State aan Albeda College wordt terugbetaald.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. gelast dat de secretaris van de Raad van State aan
de stichting "Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam en omstreken" het door haar voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 447,00 (zegge: vierhonderdzevenenveertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. W. Konijnenbelt en mr. S.F.M. Wortmann, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van Driel, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Van Driel
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 november 2010
414-580.