201000533/1/H1.
Datum uitspraak: 3 november 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de stichting "Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam en omstreken" (hierna: Albeda College), gevestigd te Rotterdam,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 december 2009 in zaak nr. 09/723 in het geding tussen:
het dagelijks bestuur van de deelgemeente Delfshaven (hierna: het dagelijks bestuur).
Bij besluit van 23 september 2008 heeft het dagelijks bestuur geweigerd om handhavend tegen het gebruik door Albeda College van het pand Mathenesserlaan 321 te Rotterdam voor de huisvesting van middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (hierna: mavo) 3 en mavo 4 klassen van de Wolfert van Borselen Scholengroep voor openbaar voortgezet onderwijs te Rotterdam op te treden.
Bij besluit van 20 januari 2009 heeft het het door Albeda College daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 4 december 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het door Albeda College daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, voor zover daarbij nadere invulling is gegeven aan de beperking van de vrijstelling voor het gebruik van het pand, als verwoord in het besluit van het dagelijks bestuur van 30 mei 2006, bepaald dat de vrijstelling geldt voor het gebruik van (jong)volwasseneneducatie van 16 jaar en ouder dat vergelijkbaar is met het niveau van het voortgezet onderwijs en het vmbo, waarbij de nadruk ligt op inburgeringsonderwijs (meer dan 50%) en bepaald dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit van 20 januari 2009, voor zover dat is vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Albeda College bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 januari 2010, hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
Albeda College heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 september 2010, waar Albeda College, vertegenwoordigd door mr. A. van Rossem, [gemachtigden], en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door J.M. Mulder, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. In hoger beroep is niet in geschil dat het dagelijks bestuur handhavend tegen het gebruik door Albeda College van het pand voor de huisvesting van mavo 3 en 4 klassen van de Wolfert van Borselen Scholengroep kon optreden.
Albeda College betoogt dat de rechtbank, door te overwegen dat, gelet op de verleende vrijstelling, in het pand geen middelbaar beroepsonderwijs (hierna: mbo) kan worden gegeven, heeft miskend dat de vrijstelling voor het gebruik van het pand, verwoord in het besluit van het dagelijks bestuur van 30 mei 2006, ook voor niet-technisch mbo is verleend.
2.2. Het verzoek om handhaving van Stichting Boulevard Rotterdam van 18 juli 2008 en het besluit daarop van 23 september 2008 betreffen het gebruik van het pand voor de huisvesting van mavo 3 en 4 klassen van de Wolfert van Borselen Scholengroep. De rechtbank heeft zich ten onrechte niet daartoe beperkt. Door te overwegen dat in het pand, gelet op de verleende vrijstelling, geen mbo mag worden gegeven is zij buiten het geding getreden.
2.3. Het betoog slaagt. Het hoger beroep is reeds om die reden gegrond.
2.4. Redelijke toepassing van artikel 54, eerste lid, van de Wet op de Raad van State brengt met zich dat het in hoger beroep betaalde griffierecht door de secretaris van de Raad van State aan Albeda College wordt terugbetaald.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. gelast dat de secretaris van de Raad van State aan
de stichting "Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam en omstreken" het door haar voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 447,00 (zegge: vierhonderdzevenenveertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. W. Konijnenbelt en mr. S.F.M. Wortmann, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van Driel, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Van Driel
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 november 2010