ECLI:NL:RVS:2010:BO1824
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- F.W.M. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Recreatieve Poort te Eersel
Op 1 april 2010 heeft de raad van de gemeente Eersel het bestemmingsplan "Recreatieve Poort" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoeker, handelend onder de naam Dierenpension Boslucht, op 15 juli 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens heeft de verzoeker verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is behandeld op 29 september 2010, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door mr. W. Krijger en de raad werd vertegenwoordigd door P. Kieboom. Ook was de besloten vennootschap Recreatiecentrum Ter Spegelt B.V. aanwezig, vertegenwoordigd door de eigenaar.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De voorzitter heeft vastgesteld dat het bestemmingsplan voorziet in de aanleg van een Recreatieve Poort, inclusief een parkeerterrein met 164 permanente en 180 tijdelijke parkeerplaatsen. De verzoeker heeft aangevoerd dat door de aanleg van de Recreatieve Poort particulier natuurbeheer niet meer mogelijk is en dat compensatie voor het verlies van gronden noodzakelijk is.
In de plantoelichting en de natuurtoets is aangegeven dat door de uitvoering van het plan kwetsbare soorten in het beheersgebied niet meer adequaat worden beheerd. De voorzitter heeft geconcludeerd dat het onzeker is of de benodigde compensatie voor het verlies van gronden zal worden bereikt. Daarom heeft hij besloten het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen. De raad is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoeker en het griffierecht.
De voorzitter heeft het besluit van de raad van de gemeente Eersel van 1 april 2010 geschorst en de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 874,00 en het griffierecht van € 298,00 aan de verzoeker te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 oktober 2010.