ECLI:NL:RVS:2010:BN8560

Raad van State

Datum uitspraak
29 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200910012/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • S. Bechinka
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Raadhuisstraat-Voorbaan en ontvankelijkheid van beroepen

Op 1 oktober 2009 heeft de raad van de gemeente Huizen het bestemmingsplan "Raadhuisstraat-Voorbaan" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben twee appellanten, [appellant sub 1] en [appellant sub 2], beroep ingesteld bij de Raad van State. Het beroep van [appellant sub 1] richtte zich specifiek tegen de bouwmogelijkheden aan de westelijke zijde van het perceel Havenstraat 4. De Raad van State overwoog dat het beroep van [appellant sub 1] niet-ontvankelijk was, omdat zij geen zienswijze had ingediend tegen het ontwerpplan, zoals vereist volgens de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht. De Raad concludeerde dat [appellant sub 1] niet redelijkerwijs kan worden verweten dat zij geen zienswijze had ingediend, en dat de gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan haar niet in een nadeligere positie had gebracht.

[appellant sub 2] had zijn beroep aanvankelijk gericht tegen de bouwmogelijkheden voor het perceel Havenstraat 4, maar trok deze gronden tijdens de zitting in en richtte zich in plaats daarvan op zijn eigen perceel. De Raad van State oordeelde dat deze nieuwe gronden niet eerder waren aangevoerd en daarom buiten beschouwing moesten blijven. Aangezien [appellant sub 2] geen oordeel meer vroeg over de bouwmogelijkheden voor het perceel Havenstraat 4, werd zijn belang bij het beroep als vervallen beschouwd.

De Raad van State verklaarde beide beroepen niet-ontvankelijk, wat betekent dat de appellanten niet in hun verzoeken werden ontvangen. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 29 september 2010.

Uitspraak

200910012/1/R1.
Datum uitspraak: 29 september 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],
2. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Huizen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 1 oktober 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Raadhuisstraat-Voorbaan" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, na doorzending bij de Raad van State ingekomen op 23 december 2009, en [appellant sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 december 2009, beroep ingesteld. [appellant sub 2] heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 25 januari 2010.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 2] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 september 2010, waar [appellant sub 1], in persoon en bijgestaan door H. den Dulk, accountant, [appellant sub 2], in persoon, en de raad, vertegenwoordigd door H.J. Brasser, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het bestemmingsplan beoogt voor het betrokken centraal gelegen deel van het hoofdwinkelcentrum tot een flexibele bestemmingsregeling ten behoeve van de gewenste ontwikkeling te komen door onder andere een globale aanduiding van de bebouwingsgrens voor het perceel Havenstraat 4. Tevens beoogt het plan in te spelen op de bestaande dorpsstructuur door een vastlegging van toegelaten nokhoogten en voorwaarden voor kapvormen en karakter.
2.2. Het beroep van [appellant sub 1] is, zoals ter zitting door haar is toegelicht, uitsluitend gericht tegen de bouwmogelijkheden voor de westelijke zijde van het perceel Havenstraat 4. Het beroep steunt niet op een bij de raad naar voren gebrachte zienswijze. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening gelezen in samenhang met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, kan door een belanghebbende slechts beroep worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, voor zover dit beroep de vaststelling van plandelen, planregels of aanduidingen betreft die de belanghebbende in een tegen het ontwerpplan bij de raad naar voren gebrachte zienswijze heeft bestreden. Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij ter zake geen zienswijze naar voren heeft gebracht. Gesteld noch gebleken is dat [appellant sub 1] redelijkerwijs niet in staat is geweest ter zake een zienswijze naar voren te brengen. Weliswaar zijn de bouwmogelijkheden aan de westelijke zijde van het perceel Havenstraat 4 bij de vaststelling van het plan ten opzichte van het ontwerp gewijzigd, maar [appellant sub 1] is, zoals ook door haar ter zitting is erkend, door deze gewijzigde vaststelling niet in een nadeligere positie gebracht. Het beroep is derhalve niet-ontvankelijk.
2.3. [appellant sub 2] komt in zijn beroepschrift op tegen de bouwmogelijkheden voor het perceel Havenstraat 4. Ter zitting heeft [appellant sub 2] aangegeven hierover geen oordeel meer te vragen. In plaats daarvan heeft hij ter zitting gronden aangevoerd ten aanzien van de bouwmogelijkheden voor zijn eigen perceel, [locatie]. Deze gronden richten zich op een ander plandeel en zijn niet eerder in beroep aangevoerd. Deze blijven om die reden wegens strijd met een goede procesorde buiten bespreking. Nu [appellant sub 2] voor de bouwmogelijkheden voor het perceel Havenstraat 4 van de Afdeling geen oordeel meer vraagt, moeten de gronden die daarop zien, worden geacht te zijn ingetrokken. Het belang bij het beroep is daarmee komen te vervallen. Het beroep is om die reden niet-ontvankelijk.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Bechinka
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 september 2010
371-673.