ECLI:NL:RVS:2010:BN7923

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201005807/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Nieuwleusen

Op 26 april 2010 heeft de raad van de gemeente Dalfsen het bestemmingsplan "2e herziening bestemmingsplan Nieuwleusen 2007 actualisering" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de verzoeker, wonend in de gemeente Dalfsen, op 15 juni 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens heeft de verzoeker de voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek op 31 augustus 2010 ter zitting behandeld, waar de verzoeker en de raad, vertegenwoordigd door H. Lammertsen, aanwezig waren.

De voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan maakt de bouw van een paramedisch centrum mogelijk op een perceel met de bestemming "Maatschappelijk". De verzoeker is van mening dat de maximale bouwhoogte van 8 meter niet ruimtelijk aanvaardbaar is en dat hij had mogen vertrouwen op de eerdere maximale bouwhoogte van 3 meter.

De raad heeft ter zitting aangegeven dat de plannen voor het paramedisch centrum nog in ontwikkeling zijn en dat er nog geen concrete partijen betrokken zijn. Er is toegezegd dat er tot het opstellen van een schetsontwerp geen onomkeerbare activiteiten zullen plaatsvinden. De voorzitter concludeert dat er op dit moment geen spoedeisend belang is dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt, en wijst het verzoek af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201005807/2/R2.
Datum uitspraak: 17 september 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats], gemeente Dalfsen,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Dalfsen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 april 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "2e herziening bestemmingsplan Nieuwleusen 2007 actualisering" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 15 juni 2010, beroep ingesteld.
Bij brief, eveneens bij de Raad van State ingekomen op 15 juni 2010, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 31 augustus 2010, waar [verzoeker] is verschenen, evenals de raad, vertegenwoordigd door H. Lammertsen, werkzaam bij de gemeente.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan maakt, voor zover hier van belang, de bouw mogelijk van een paramedisch centrum op een perceel grenzend aan de Burgemeester Backxlaan te Nieuwleusen. Het perceel heeft de bestemming "Maatschappelijk". Bebouwing mag alleen worden opgericht binnen het op de plankaart aangeduide bouwvlak en een maximale bouwhoogte hebben van 8 meter.
2.3. [verzoeker] kan zich niet met het plan verenigen. Volgens hem is onvoldoende onderbouwd waarom een maximale bouwhoogte van 8 meter ter plaatse in ruimtelijk opzicht aanvaardbaar is. Hij mocht er naar zijn mening op vertrouwen dat de maximale bouwhoogte van 3 meter, die in het voorheen geldende plan voor de betrokken locatie was opgenomen, ook in het nu voorliggende plan zou worden aangehouden. Met het verzoek beoogt hij onomkeerbare gevolgen van inwerkingtreding van het plan te voorkomen.
2.4. Ter zitting is van de zijde van de raad uiteengezet dat er weliswaar plannen zijn voor de realisering van een paramedisch centrum ter plaatse, maar dat deze plannen nog in ontwikkeling zijn en dat nog niet bekend is welke partijen, buiten de gemeente als initiatiefneemster, in het project zullen participeren. Verwacht wordt dat in de loop van het najaar van 2010 eerst een schetsontwerp zal worden opgesteld, dat met de omwonenden zal worden besproken. Vervolgens kan verdere invulling van het project plaatsvinden, waarbij de architect waar mogelijk met de wensen van de omwonenden rekening zal houden. Pas daarna kan een bouwvergunning worden aangevraagd. Namens de raad is toegezegd dat tot dat moment geen activiteiten zullen worden ondernomen die onomkeerbare gevolgen kunnen hebben. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de voorzitter thans geen sprake van een spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt, zodat het verzoek moet worden afgewezen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. T.A. Oudenaarden, ambtenaar van staat.
w.g. Hoekstra w.g. Oudenaarden
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2010
568.