ECLI:NL:RVS:2010:BN7910
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.H.M. van Altena
- J.J. den Broeder
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake verplaatsing bushalte aan de 2e Hogeweg te Zeist
In deze zaak heeft de vereniging Vereniging van Eigenaars De Hooghe Veste, gevestigd te Zeist, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zeist. Dit besluit, genomen op 10 juni 2008, betrof de verplaatsing van een bushalte aan de 2e Hogeweg, nabij het appartementencomplex Hoogh Seyst, naar een locatie bij een bankkantoor aan dezelfde weg. De vereniging heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat op 19 mei 2010 door het college ongegrond werd verklaard. Hierop heeft De Hooghe Veste hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 2 september 2010 behandeld. De vereniging werd vertegenwoordigd door mr. R.G. Wakelkamp, terwijl het college werd vertegenwoordigd door D.C. van Vulpen en E.J. Geertsma. De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De voorzitter heeft vastgesteld dat de argumenten van De Hooghe Veste niet voldoende zijn om aan te nemen dat de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter niet in stand zal blijven. De voorzitter heeft de belangenafweging van het college gerespecteerd, waarbij het college heeft aangegeven dat de verplaatsing van de bushalte noodzakelijk is om overlast voor de bewoners van het appartementencomplex Hoogh Seyst te verminderen.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de door De Hooghe Veste gestelde overlast niet aannemelijk is gemaakt. De voorzitter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 15 september 2010.