ECLI:NL:RVS:2010:BN7048
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.H.M. van Altena
- J. Wieland
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake kapvergunning Julianastraat te Hardenberg
Op 9 september 2010 vond een openbare zitting plaats bij de Raad van State, waar de voorzitter, Staatsraad mr. C.H.M. van Altena, het verzoek om een voorlopige voorziening behandelde. Dit verzoek was ingediend door een groep verzoekers, wonend in de gemeente Hardenberg, tegen het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg. Het verzoek had betrekking op de kapvergunning voor vijf lindebomen in de Julianastraat, die door de gemeente was verleend. De verzoekers waren van mening dat er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die schorsing van de kapvergunning rechtvaardigden, vooral gezien de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter op 1 september 2010, waarbij een voorlopige voorziening was opgeheven.
De voorzitter overwoog echter dat de verzoekers geen nieuwe argumenten hadden aangedragen die de schorsing van de kapvergunning konden rechtvaardigen. De voorzitter benadrukte dat de gemeente een spoedeisend belang had bij het kappen van de bomen, gezien de planning voor de herinrichting van de Julianastraat en de afspraken met nutsbedrijven en aannemers. Ondanks dat de feitelijke werkzaamheden pas in februari 2011 zouden beginnen, was het noodzakelijk om de kap op korte termijn uit te voeren.
De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven, en dat de kapvergunning rechtmatig was verleend. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was.