ECLI:NL:RVS:2010:BN3200

Raad van State

Datum uitspraak
4 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200909225/3/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • J. Verbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Binnenstad' vastgesteld door de raad van de gemeente Hoorn

Op 8 september 2009 heeft de raad van de gemeente Hoorn het bestemmingsplan 'Binnenstad' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te Hoorn, op 1 december 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. Tijdens de zitting op 22 juni 2010 is de zaak behandeld, waarbij de appellant en de raad, vertegenwoordigd door G.R.M. Koopman, aanwezig waren. De behandeling van het beroep van de appellant is afgesplitst van een andere zaak.

De appellant stelt dat de raad zijn zienswijze ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten. De raad betwist dit en stelt dat het beroep van de appellant niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de zienswijze een dag na de termijn is ingediend. De Afdeling oordeelt echter dat, gezien de contacten die de appellant met gemeenteambtenaren heeft gehad, het niet tijdig indienen van de zienswijze verschoonbaar is. Hierdoor is het beroep ontvankelijk.

De appellant betoogt dat het bestemmingsplan niet voorziet in het autovrij maken van de binnenstad en dat er maatregelen moeten worden genomen voor de veiligheid van hulpdiensten. Ook stelt hij dat de rookgassen van houtkachels overlast veroorzaken. De raad stelt dat het parkeerbeleid niet in het bestemmingsplan is geregeld, maar via het Verkeersplan Binnenstad. De Afdeling oordeelt dat de raad zich terecht op het standpunt stelt dat de aangevoerde punten niet in het bestemmingsplan kunnen worden geregeld. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200909225/3/R1.
Datum uitspraak: 4 augustus 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Hoorn,
en
de raad van de gemeente Hoorn,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 september 2009, kenmerk 09087, heeft de raad het bestemmingsplan "Binnenstad" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 december 2009, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft op 22 juni 2010 de zaak ter zitting gevoegd behandeld met het overige beroep in zaak 200909225/1/R1, waar [appellant], en de raad, vertegenwoordigd door G.R.M. Koopman, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
De Afdeling heeft de behandeling van het beroep van [appellant] afgesplitst van de zaak 200909225/1/R1.
2. Overwegingen
2.1. [appellant] stelt dat de raad ten onrechte zijn zienswijze buiten beschouwing heeft gelaten.
2.1.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat [appellant] een dag na afloop van de daarvoor geldende termijn zijn zienswijze heeft ingediend.
2.1.2. Weliswaar heeft [appellant] zijn zienswijze een dag te laat ingediend, maar gelet op de contacten die [appellant] gedurende de zienswijzentermijn met gemeenteambtenaren heeft gehad omtrent het indienen van een zienswijze, alsmede gelet op het verhandelde ter zitting, ziet de Afdeling in dit geval aanleiding het niet tijdig indienen van een zienswijze verschoonbaar te achten. Het beroep van [appellant] is derhalve ontvankelijk.
2.2. [appellant] is van mening dat auto's te snel worden toegelaten binnen de woongebieden. Tevens kunnen kinderen niet op straat spelen door de geparkeerde auto's. Daarnaast stelt [appellant] dat er maatregelen moeten worden genomen die garanderen dat hulpdiensten bij calamiteiten snel ter plaatse kunnen komen. Het bestemmingsplan voorziet ten onrechte niet in het autovrij maken van de binnenstad, aldus [appellant]. [appellant] betoogt voorts dat de rookgassen die door houtkachels en open haarden worden geproduceerd door ondeskundig stoken en niet functionerende stooksystemen overlast veroorzaken.
2.2.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het parkeerbeleid niet wordt geregeld met het bestemmingsplan, maar onder meer via het door de raad op 16 december 2008 vastgestelde Verkeersplan Binnenstad. De beroepsgrond met betrekking tot de overlast van rookgassen ziet op een regeling neergelegd in de Bouwverordening 2003, aldus de raad.
2.3. De Afdeling is van oordeel dat de raad zich terecht op het standpunt stelt dat hetgeen [appellant] aan de orde heeft gesteld niet kan worden geregeld in het bestemmingsplan. Het betoog van [appellant] faalt.
2.4. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Het beroep is ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. Verbeek, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Verbeek
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 augustus 2010
410-668.