200906286/1/R3.
Datum uitspraak: 28 juli 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellanten sub 1] (hierna in enkelvoud: [appellant sub 1]), wonend te [woonplaats],
2. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats],
de raad van de gemeente Deventer,
verweerder.
Bij besluit van 24 juni 2009, kenmerk 165665, heeft de raad het bestemmingsplan "De Wijtenhorst en Douweler Leide" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 augustus 2009, en [appellant sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 augustus 2009, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 juni 2010, waar [appellant sub 1], vertegenwoordigd door [appellant sub 1 A], en [appellant sub 2], alsmede de raad, vertegenwoordigd door drs. ing. P. Hamming en mr. P.J. Bouterse, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Met het bestemmingsplan wordt beoogd een juridisch-planologisch kader te bieden voor het realiseren van circa 280 woningen op de nieuwbouwlocaties De Wijtenhorst en Douweler Leide. Tevens regelt dit plan de bestaande situatie aan de zuidoostkant van de bebouwde kom van Schalkhaar.
2.2. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben bezwaar tegen het plandeel met de bestemming "Woongebied" dat voorziet in de bouw van acht woningen aan de achterzijde van hun woningen aan de Vosmanskamp (hierna: het plandeel). Zij voeren aan dat er geen dan wel onvoldoende noodzaak bestaat om de woningbouw daar ter plaatse te realiseren en dat hun vrije uitzicht hierdoor ernstig wordt belemmerd en hun privacy wordt geschonden. De raad heeft volgens hen onvoldoende rekening gehouden met hun belangen.
2.3. De raad heeft overwogen dat met de vaststelling van de Ruimtelijke Visie Schalkhaar in 2004 niet langer de Vosmanskamp maar de waterloop, genaamd Douweler Leide de rand van het dorp is. Het vrije uitzicht van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] kan niet gegarandeerd worden, nu er besloten is om ter plaatse een woonwijk te realiseren. Bij de stedenbouwkundige invulling is rekening gehouden met de bestaande woningen door de rij woningen op 40 meter afstand van de bestaande woningen aan de Vosmanskamp te situeren.
2.4. Uit de gedingstukken is af te leiden dat het gebied Douweler Leide in de Ruimtelijke Visie Schalkhaar en het structuurplan Deventer 2025 is aangewezen als nieuwe woningbouwlocatie voor de korte termijn. De raad staat op het standpunt dat bij de stedenbouwkundige invulling zoveel mogelijk is aangesloten bij de bestaande bebouwing. Het gebied Douweler Leide kenmerkt zich door zogeheten dorpse brinkjes die de ruggengraat vormen van het desbetreffende deel van het plan. Een aaneenschakeling van groene en stenige profielen, gekoppeld aan groene brinkjes geeft een dorpse structuur. Dit wordt volgens de raad op de desbetreffende locatie met name versterkt door de straatwanden van het rijtje van acht woningen, dat profiteert van het doorzicht naar het buitengebied. Verder wordt, aldus de raad, de situering van het groene brinkje, waaraan de rij woningen ligt, mede bepaald door een reeds bestaande gasleiding. Gelet op het voorgaande, heeft de raad in redelijkheid kunnen besluiten binnen het plandeel bedoelde woningbouw mogelijk te maken.
2.4.1. Het is op zich aannemelijk dat het plandeel een verslechtering van het woon- en leefklimaat van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] met zich brengt in de vorm van een beperking van het bestaande vrije uitzicht. In het algemeen kunnen aan een geldend bestemmingsplan echter geen blijvende rechten worden ontleend. De raad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en regels voor gronden vaststellen. Er bestaat geen recht op een blijvend vrij uitzicht.
2.4.2. Blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting is beoogd de rij woningen op 40 meter afstand van de bestaande woningen aan de Vosmanskamp te situeren, zoals is opgenomen in het stedenbouwkundig plan "Dorps wonen in het landschap", dat in 2006 is vastgesteld. De Afdeling constateert evenwel dat op de verbeelding de grenzen van het desbetreffende bouwvlak, waarbinnen ingevolge artikel 12.2.1, aanhef en onder a, van de planregels de woningen mogen worden gebouwd, vrijwel geheel samenvallen met de grenzen van het plandeel met de bestemming "Woongebied". Dit betekent dat het plan het mogelijk maakt dat de woningen op een kortere afstand dan 40 meter worden gebouwd.
2.4.3. Voor zover [appellant sub 1] en [appellant sub 2] bezwaren hebben tegen het plandeel, omdat niet is voorzien in een dubbele rij bomen langs de grens van hun percelen aan de Vosmankamp 16 en 18, overweegt de Afdeling dat deze inrichting weliswaar in een eerder stedenbouwkundig ontwerp was opgenomen, maar de raad uiteindelijk niet hiervoor heeft gekozen. De Afdeling ziet geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid ervoor heeft kunnen kiezen ter plaatste van de gronden waarop het plandeel ziet, woningbouw mogelijk te maken.
2.4.4. In hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben aangevoerd, ziet de Afdeling gelet op 2.4.2 aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover het ziet op genoemd plandeel, is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. De beroepen zijn gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.
2.5. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart de beroepen gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Deventer van 24 juni 2009, kenmerk 165665, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Woongebied" zoals nader aangegeven op de bij deze uitspraak behorende kaart;
III. gelast dat de raad van de gemeente Deventer aan [appellant sub 1 A], [appellant sub 1 B] en [appellant sub 2] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Van Helvoort
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 juli 2010