ECLI:NL:RVS:2010:BN2623
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van Kreveld
- L.A.M. van Hamond
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht
Op 10 september 2008 heeft [appellant] beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode, dat op 29 juli 2008 was genomen. Dit beroep werd door de rechtbank 's-Hertogenbosch naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State doorgezonden, waar het op 18 januari 2010 is ingekomen. De zaak werd behandeld door een enkelvoudige kamer, na verwijzing van een meervoudige kamer. Tijdens de zitting op 25 juni 2010 was het college vertegenwoordigd door J.A.F.M. van Vorstenbosch.
De Afdeling constateerde dat [appellant] € 145,00 aan griffierecht verschuldigd was. Volgens artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan een beroep niet-ontvankelijk worden verklaard indien het griffierecht niet binnen vier weken na de mededeling van de verschuldigdheid is betaald. [appellant] had een rekening-courant bij de Raad van State, maar het griffierecht kon om administratieve redenen niet van deze rekening worden afgeboekt. Hij werd in de gelegenheid gesteld om het griffierecht alsnog te voldoen, maar dit gebeurde niet binnen de gestelde termijn.
In zijn brief van 28 mei 2010 stelde [appellant] dat het griffierecht verrekend moest worden met vorderingen op de gemeente Sint-Oedenrode of de Staat der Nederlanden. De Afdeling oordeelde echter dat er geen grond was voor het oordeel dat het niet betalen van het griffierecht [appellant] niet kon worden verweten. Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 28 juli 2010.