ECLI:NL:RVS:2010:BN2607

Raad van State

Datum uitspraak
21 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201006065/2/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • J.A.A. van Roessel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake vrijstelling bestemmingsplan voor VMBO-boulevard te Groningen

Op 21 juli 2010 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het hoger beroep van de vereniging van Eigenaren Vaargeul 174-200 en anderen tegen de gemeente Groningen. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen van 21 mei 2010, waarin het beroep van de vereniging ongegrond werd verklaard. De zaak betreft de vrijstelling van het bestemmingsplan voor de realisatie van een VMBO-boulevard op een perceel aan de Kluiverboom te Groningen, waarvoor het college van burgemeester en wethouders op 26 februari 2009 vrijstelling heeft verleend.

De vereniging en anderen hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college, maar deze bezwaren zijn door het college ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in haar uitspraak bevestigd dat de besluiten van het college rechtmatig zijn. In hoger beroep heeft de vereniging verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening is dat de aangevallen uitspraak niet in stand kan blijven.

De voorzitter heeft het verzoek op 15 juli 2010 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting is gebleken dat de betrokken belangen zorgvuldig zijn afgewogen. De voorzitter heeft overwogen dat de genomen besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook al is er een rechtsmiddel aangewend. Gezien de omstandigheden, waaronder het feit dat de bouw van de op te richten gebouwen al is gestart, heeft de voorzitter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201006065/2/H1.
Datum uitspraak: 21 juli 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), hangende het hoger beroep van:
de vereniging Vereniging van Eigenaren Vaargeul 174-200 en anderen, gevestigd, onderscheidenlijk wonend, te Groningen (hierna: de vereniging en anderen),
verzoekers,
tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 21 mei 2010 in de zaken nrs. 09/897, 09/907 en 09/925 in het geding tussen:
1. [eiser sub 1],
2. de vereniging en anderen en
3. [eiser sub 3]
en
het college van burgemeester en wethouders van Groningen (hierna: het college).
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 februari 2009 heeft het college aan de gemeente Groningen vrijstelling van het bestemmingsplan verleend voor het realiseren van een zogenoemde VMBO-boulevard op een perceel aan de Kluiverboom te Groningen.
Bij onderscheiden besluiten van 2 maart 2009 heeft het aan de gemeente bouwvergunningen verleend voor het bouwen van een schoolgebouw, onderscheidenlijk een sportgebouw, op percelen aan de Kluiverboom te Groningen.
Bij onderscheiden besluiten van 19 augustus 2009 heeft het, voor zover thans van belang, de door de vereniging en anderen daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 21 mei 2010, verzonden op 27 mei 2010, heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het door de vereniging en anderen daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben de vereniging en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 juni 2010, hoger beroep ingesteld. Voorts hebben zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 juli 2010, waar de vereniging en anderen, vertegenwoordigd door [voorzitter] en [lid van haar bestuur], bijgestaan door mr. A.A. Westers, advocaat te Groningen, en het college, vertegenwoordigd door R. Snel, advocaat te Groningen, en R.G. Oorthuizen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Genomen besluiten zijn in het algemeen uitvoerbaar, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit uitgangspunt geldt te meer, indien, zoals in dit geval, de rechter in eerste aanleg het daartegen ingestelde beroep ongegrond heeft bevonden.
2.2. Hetgeen de vereniging en anderen naar voren hebben gebracht, geeft geen aanleiding om op voorhand aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans uiteindelijk zal blijken dat voor het bouwplan geen vrijstelling en bouwvergunning mocht worden verleend. Onder die omstandigheden en bij afweging van de betrokken belangen, waarbij mede in aanmerking wordt genomen dat, naar zijdens het college onweersproken is gesteld, het casco van de op te richten gebouwen inmiddels is gerealiseerd en aan de afbouw moet worden begonnen, bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Van Roessel
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2010
457.