In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 7 juli 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 30 juni 2009. De rechtbank had het beroep van [appellante] ongegrond verklaard, dat was ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort, dat op 10 december 2008 een vrijstelling had verleend voor de aanleg van een rotonde op de kruising Tolweg-Zandvoortselaan-Kostverlorenstraat-Haarlemmerstraat te Zandvoort. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 juni 2010, waarbij zowel [appellante] als het college vertegenwoordigd waren door hun advocaten.
[Appellante] betoogde dat de rechtbank had miskend dat de verleende vrijstelling niet was onderbouwd met een goede ruimtelijke afweging. De Afdeling overwoog dat het bestemmingsplan "Kostverlorenstraat e.o." op 27 januari 2009 was vastgesteld, wat een juridisch-planologisch kader bood voor de aanleg van de rotonde. De Afdeling merkte op dat de rotonde zonder vrijstelling gerealiseerd kon worden, mits dit niet in strijd was met het bestemmingsplan. Aangezien [appellante] niet had betwist dat er geen strijd was met het bestemmingsplan, concludeerde de Afdeling dat er geen belang meer bestond bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstelling.
Daarom verklaarde de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 juli 2010.