ECLI:NL:RVS:2010:BN0499

Raad van State

Datum uitspraak
7 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200906169/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijstelling voor de aanleg van een rotonde in Zandvoort

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 7 juli 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 30 juni 2009. De rechtbank had het beroep van [appellante] ongegrond verklaard, dat was ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort, dat op 10 december 2008 een vrijstelling had verleend voor de aanleg van een rotonde op de kruising Tolweg-Zandvoortselaan-Kostverlorenstraat-Haarlemmerstraat te Zandvoort. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 juni 2010, waarbij zowel [appellante] als het college vertegenwoordigd waren door hun advocaten.

[Appellante] betoogde dat de rechtbank had miskend dat de verleende vrijstelling niet was onderbouwd met een goede ruimtelijke afweging. De Afdeling overwoog dat het bestemmingsplan "Kostverlorenstraat e.o." op 27 januari 2009 was vastgesteld, wat een juridisch-planologisch kader bood voor de aanleg van de rotonde. De Afdeling merkte op dat de rotonde zonder vrijstelling gerealiseerd kon worden, mits dit niet in strijd was met het bestemmingsplan. Aangezien [appellante] niet had betwist dat er geen strijd was met het bestemmingsplan, concludeerde de Afdeling dat er geen belang meer bestond bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstelling.

Daarom verklaarde de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 juli 2010.

Uitspraak

200906169/1/H1.
Datum uitspraak: 7 juli 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te Zandvoort,
tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) van 30 juni 2009 in zaak nr. AWB 09/458 in het geding tussen:
[appellante]
en
het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort (hierna: het college).
1. Procesverloop
Bij ongedateerd besluit, verzonden op 10 december 2008, heeft het college de gemeente Zandvoort vrijstelling verleend voor de aanleg van een rotonde op de kruising Tolweg-Zandvoortselaan-Kostverlorenstraat-Haarlemmerstraat te Zandvoort.
Bij uitspraak van 30 juni 2009, verzonden op 7 juli 2009, heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 augustus 2009, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 juni 2010, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J.Chr. Rube, advocaat
te Haarlem en [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door
mr. J.C. Binnerts, advocaat te Haarlem, en J. Sandbergen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij de aangevallen uitspraak is het besluit van het college, waarbij vrijstelling is verleend voor de aanleg van een rotonde, bevestigd.
[appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat aan de verleende vrijstelling geen goede ruimtelijke onderbouwing en afweging van haar belangen ten grondslag liggen.
2.2. Bij besluit van 27 januari 2009 heeft de raad van de gemeente Zandvoort het bestemmingsplan "Kostverlorenstraat e.o." vastgesteld.
Dit bestemmingsplan voorziet onder meer in het juridisch-planologisch kader voor de aanleg van de rotonde. Bij uitspraak van heden in zaak nr.
200903026/1/R1heeft de Afdeling het tegen het besluit tot vaststelling van dit bestemmingsplan ingestelde beroep van onder meer [appellante] ongegrond verklaard. Thans kan de rotonde ten behoeve waarvan de vrijstelling is verleend zonder vrijstelling worden gerealiseerd, indien dit niet in strijd is met dat bestemmingsplan.
[appellante] heeft niet betwist dat van zodanige strijd sprake is. Hieruit volgt dat in zoverre geen belang meer bestaat bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstelling.
2.3. Nu ook overigens niet is gebleken van een rechtens te beschermen belang bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, dient dat niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, drs. W.J. Deetman en mr. J. Hoekstra, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Boot
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 juli 2010
202.