ECLI:NL:RVS:2010:BM9658
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A.C. Slump
- C.H.M. van Altena
- C.J.M. Schuyt
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Raad van State in beroep tegen handelwijze burgemeester
De vereniging Democratisch Progressief Blok (DPB) heeft op 26 april 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State tegen de handelwijze van de burgemeester van Echt-Susteren, die in zijn hoedanigheid als voorzitter van het hoofdstembureau van de gemeente optrad. De gronden van het beroep zijn op 27 april 2010 aangevuld. De zaak is ter zitting behandeld op 11 mei 2010, waar DPB vertegenwoordigd was door de secretaris van de vereniging, en de Kiesraad vertegenwoordigd door mr. M. Bakker. Tijdens de zitting zijn nadere stukken ingediend door DPB. De behandeling is voortgezet op 22 juni 2010, waarbij DPB opnieuw vertegenwoordigd was door de secretaris.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het beroep betrekking heeft op de handelwijze van de burgemeester. DPB heeft zich met betrekking tot deze handelwijze gericht tot de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Afdeling heeft echter geconcludeerd dat zij onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen, aangezien er geen klacht kan worden ingediend tegen de handelwijze van de voorzitter van het hoofdstembureau. De Afdeling heeft besloten om de ingediende stukken door te sturen naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
In de beslissing heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, recht doende in naam der Koningin, verklaard zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 30 juni 2010.