ECLI:NL:RVS:2010:BM9658

Raad van State

Datum uitspraak
30 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201004081/1/H2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Raad van State in beroep tegen handelwijze burgemeester

De vereniging Democratisch Progressief Blok (DPB) heeft op 26 april 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State tegen de handelwijze van de burgemeester van Echt-Susteren, die in zijn hoedanigheid als voorzitter van het hoofdstembureau van de gemeente optrad. De gronden van het beroep zijn op 27 april 2010 aangevuld. De zaak is ter zitting behandeld op 11 mei 2010, waar DPB vertegenwoordigd was door de secretaris van de vereniging, en de Kiesraad vertegenwoordigd door mr. M. Bakker. Tijdens de zitting zijn nadere stukken ingediend door DPB. De behandeling is voortgezet op 22 juni 2010, waarbij DPB opnieuw vertegenwoordigd was door de secretaris.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het beroep betrekking heeft op de handelwijze van de burgemeester. DPB heeft zich met betrekking tot deze handelwijze gericht tot de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Afdeling heeft echter geconcludeerd dat zij onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen, aangezien er geen klacht kan worden ingediend tegen de handelwijze van de voorzitter van het hoofdstembureau. De Afdeling heeft besloten om de ingediende stukken door te sturen naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

In de beslissing heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, recht doende in naam der Koningin, verklaard zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 30 juni 2010.

Uitspraak

201004081/1/H2.
Datum uitspraak: 30 juni 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging Vereniging Democratisch Progressief Blok D.P.B. (hierna: DPB), gevestigd te Echt, gemeente Echt-Susteren,
appellante,
en
de voorzitter van het hoofdstembureau van de gemeente Echt-Susteren,
verweerder.
1. Procesverloop
DPB heeft bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 april 2010, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 27 april 2010.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 mei 2010, waar DPB, vertegenwoordigd door [secretaris] van het DPB, en de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. M. Bakker, zijn verschenen.
DPB heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de behandeling van de zaak ter zitting voortgezet op 22 juni 2010. DPB, vertegenwoordigd door [secretaris], is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Uit de stukken en de daarop gegeven toelichting is gebleken dat het beroep betrekking heeft op de handelwijze van de burgemeester van Echt-Susteren in zijn hoedanigheid van voorzitter van het hoofdstembureau in die gemeente. DPB heeft zich met betrekking tot deze handelwijze gericht tot de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2.2. Bij de Afdeling kan geen klacht worden ingediend ter zake van de handelwijze van de voorzitter van het hoofdstembureau. De Afdeling is derhalve onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.
2.3. De Afdeling zal, overeenkomstig haar verzoek, de door appellante ingediende stukken aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zenden.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. C.J.M. Schuyt, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 juni 2010
362.