ECLI:NL:RVS:2010:BM7107

Raad van State

Datum uitspraak
3 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201000966/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan 'Buitengebied Dongen' op verzoek van belanghebbende

Op 5 november 2009 heeft de raad van de gemeente Dongen het bestemmingsplan 'Buitengebied Dongen' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een belanghebbende, aangeduid als [verzoeker], op 2 februari 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens heeft [verzoeker] verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 25 mei 2010 ter zitting behandeld, waarbij [verzoeker] werd bijgestaan door mr. drs. H.A. Pasveer, advocaat te 's-Hertogenbosch. De raad werd vertegenwoordigd door mr. A.A.M. van der Aa en ing. M.C. Gorissen.

De voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het verzoek van [verzoeker] zich richt tegen het plandeel met de bestemming 'Wonen 1 (W-1)' voor het perceel aan de Eindsestraat 33 in Dongen. [verzoeker] betoogde dat deze bestemming is opgenomen omdat er al een bouwvergunning met vrijstelling was verleend, maar dat er nog een procedure aanhangig was. Om te voorkomen dat de inwerkingtreding van het bestemmingsplan invloed zou hebben op de vrijstellingsprocedure, heeft de voorzitter besloten om dit plandeel te schorsen.

De voorzitter heeft verder geoordeeld dat de overige gronden van het verzoek geen bespreking behoeven. In de beslissing heeft de voorzitter het besluit van de raad van de gemeente Dongen geschorst voor het plandeel met de bestemming 'Wonen 1 (W-1)', de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker] tot een bedrag van € 874,00, en gelast dat de raad het griffierecht van € 150,00 aan [verzoeker] vergoedt. De uitspraak is openbaar gedaan op 3 juni 2010.

Uitspraak

201000966/2/R3.
Datum uitspraak: 3 juni 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Dongen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 5 november 2009 heeft de raad van de gemeente Dongen het bestemmingsplan "Buitengebied Dongen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 februari 2010, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 februari 2010, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 25 mei 2010, waar [verzoeker], in persoon, bijgestaan door mr. drs. H.A. Pasveer, advocaat te 's-Hertogenbosch en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.A.M. van der Aa, werkzaam bij Juridisch Adviesbureau Van der Aa B.V, en ing. M.C. Gorissen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het verzoek van [verzoeker] om het treffen van een voorlopige voorziening richt zich tegen het plandeel met de bestemming "Wonen 1 (W-1)" betreffende het perceel aan de Eindsestraat 33 in Dongen, waarmee is voorzien in de mogelijkheid om op de aan zijn perceel op [locatie] grenzende grond een woning te realiseren. Hij betoogt dat de genoemde bestemming hoofdzakelijk in het bestemmingsplan is opgenomen omdat voor de bouw van een woning op dit perceel reeds een bouwvergunning met vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) is verleend, maar dat omtrent die vrijstelling naast de bestemmingsplanprocedure nog een procedure aanhangig is. Hij verzoekt het bestreden besluit in zoverre te schorsen om inwerkingtreding van het bestemmingsplan te voorkomen.
2.3. Blijkens de stukken heeft het college van burgemeester en wethouders bij besluiten van onderscheidenlijk 11 september 2007 en 13 februari 2008 een vrijstelling op grond van artikel 19, tweede lid, van de WRO en bouwvergunning verleend voor het oprichten van een woning op het voormalige agrarische perceel Eindsestraat 33. Bij uitspraak van 10 februari 2010, zaaknummer AWB 08/3929 WRO, heeft de rechtbank te Breda het beroep tegen de in bezwaar gehandhaafde vrijstelling gegrond verklaard. Tegen deze uitspraak is door het college van burgemeester en wethouders van Dongen hoger beroep ingesteld.
Ten einde te vermijden dat aan het desbetreffende plandeel betekenis wordt toegekend in de procedure ingevolge artikel 19 van de WRO en uit de inwerkingtreding van dit planonderdeel zou worden afgeleid dat de bestemming "Wonen 1 (W-1)" ter plaatse als een gegeven zou moeten worden beschouwd, schorst de voorzitter dit planonderdeel om in elk opzicht te vermijden dat de vrijstellingsprocedure door de inwerkingtreding van voormeld planonderdeel wordt beïnvloed.
2.4. De overige gronden van het verzoek behoeven derhalve geen bespreking.
2.5. De raad dient ten aanzien van [verzoeker] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Dongen van 5 november 2009, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen 1 (W-1)" met betrekking tot het perceel Eindsestraat 33;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Dongen tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van de gemeente Dongen aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. N.T. Zijlstra, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Zijlstra
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 juni 2010
240.