ECLI:NL:RVS:2010:BM5517

Raad van State

Datum uitspraak
6 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200909984/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake uitnodiging voor zitting en afwijzing verblijfsvergunning asiel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, die op 24 november 2009 haar beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie op 2 maart 2009 was afgewezen. De vreemdeling stelde dat zij niet was uitgenodigd voor de zitting op 22 september 2009, waardoor zij niet in de gelegenheid was gesteld haar beroep toe te lichten. De rechtbank had de zaak behandeld zonder dat de vreemdeling op de juiste wijze was uitgenodigd, wat in strijd is met de wettelijke bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad van State oordeelde dat de grief van de vreemdeling slaagde, omdat uit de stukken bleek dat de uitnodiging per fax niet correct was verzonden. De staatssecretaris was wel aanwezig, maar de vreemdeling en haar gemachtigde waren niet verschenen en hadden zich ook niet afgemeld. Hierdoor was de vreemdeling in haar belangen geschaad. De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling. Tevens werden de proceskosten in hoger beroep vastgesteld op € 437,00, met de opdracht aan de rechtbank om te beslissen over de vergoeding van deze kosten.

Uitspraak

200909984/1/V1.
Datum uitspraak: 6 mei 2010
Raad van State
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling] (hierna: de vreemdeling),
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, (hierna: de rechtbank) van 24 november 2009 in zaak nr. 09/11207 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris).
1. Procesverloop
Bij besluit van 2 maart 2009 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 24 november 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 22 december 2009, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
2. Overwegingen
2.1. In grief 1 klaagt de vreemdeling dat de rechtbank heeft nagelaten haar uit te nodigen voor de zitting, zodat zij niet in de gelegenheid is gesteld haar beroep toe te lichten en in haar belangen is geschaad.
2.2. Ingevolge artikel 8:56 van de Algemene wet bestuursrecht worden partijen na afloop van het vooronderzoek ten minste drie weken tevoren uitgenodigd om op een in de uitnodiging te vermelden plaats en tijdstip op een zitting van de rechtbank te verschijnen.
Ingevolge artikel 8:52, derde lid, van die wet is artikel 8:56 niet van toepassing indien de rechtbank bepaalt dat de zaak versneld wordt behandeld. In dat geval bepaalt de rechtbank zo spoedig mogelijk het tijdstip waarop de zitting zal plaatsvinden en doet zij daarvan onverwijld mededeling aan partijen.
2.3. Uit de stukken blijkt dat zowel de vreemdeling als de staatssecretaris per fax zijn uitgenodigd voor de zitting op 22 september 2009. Op het zogenoemde 'communicatie resultatenrapport' van de fax die is gericht aan de staatssecretaris staat als resultaat "OK"; op dat van de aan de gemachtigde van de vreemdeling gerichte fax staat als resultaat de foutmelding "Geen antwoord". Uit het proces-verbaal van de zitting blijkt dat de staatssecretaris aldaar is verschenen. De gemachtigde van de vreemdeling is daar evenwel niet verschenen. De vreemdeling evenmin. Zij hebben zich ook niet afgemeld.
Nu uit de stukken niet blijkt dat de vreemdeling nog op andere wijze is uitgenodigd voor de zitting van 22 september 2009 en de vreemdeling stelt geen uitnodiging te hebben ontvangen, moet worden geoordeeld dat de rechtbank de aangevallen uitspraak heeft gedaan zonder dat was voldaan aan het bepaalde in voormelde wetsbepalingen, waardoor de vreemdeling niet de gelegenheid heeft gehad om haar beroep ter zitting bij de rechtbank toe te lichten.
De grief slaagt.
2.4. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De overige grieven behoeven geen bespreking. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. De Afdeling zal de zaak met toepassing van artikel 44, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de Raad van State, naar de rechtbank terugwijzen om door haar te worden behandeld en beslist met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
2.5. De Afdeling zal de proceskosten in hoger beroep vaststellen. De rechtbank dient omtrent de vergoeding van deze kosten te beslissen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, van 24 november 2009 in zaak nr. 09/11207;
III. wijst de zaak naar de rechtbank terug;
IV. stelt de door de vreemdeling in verband met de behandeling van het hoger beroep gemaakte kosten vast op een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), en bepaalt dat de rechtbank beslist omtrent de vergoeding van deze kosten.
Aldus vastgesteld door mr. R. van der Spoel, voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. C.H.M. van Altena, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.S.D. Ramrattansing, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Spoel
voorzitter
w.g. Ramrattansing
ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2010
408.
Verzonden: 6 mei 2010
Voor eensluidend afschrift,
de secretaris van de Raad van State,
mr. H.H.C. Visser