ECLI:NL:RVS:2010:BM5503
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- D. Roemers
- A.B.M. Hent
- P.A. de Vink
- Rechtspraak.nl
Toezegging van de Armeense vertegenwoordiging en verblijfsvergunning regulier voor vreemdelingen die buiten hun schuld niet uit Nederland kunnen vertrekken
In deze uitspraak van de Raad van State, gedateerd 12 mei 2010, wordt het hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie behandeld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem. De zaak betreft de aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris was afgewezen. De vreemdeling had verzocht om bemiddeling bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) voor het verkrijgen van de benodigde reisdocumenten, maar de staatssecretaris stelde dat de vreemdeling niet voldeed aan de voorwaarden voor verlening van de verblijfsvergunning.
De Raad van State oordeelt dat de toezegging van de Armeense vertegenwoordiging dat aan de vreemdeling een laissez-passer zal worden verstrekt, voldoende is om vast te stellen dat de vreemdeling niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank had niet onderkend dat de toezegging op zichzelf al voldoende was, ongeacht of de laissez-passer daadwerkelijk zou worden verstrekt. De staatssecretaris had zich op juiste gronden op het standpunt gesteld dat de bemiddeling het gewenste resultaat had gehad.
De Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de vreemdeling ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de toezegging van de diplomatieke vertegenwoordiging in het proces van verblijfsvergunningverlening en de voorwaarden die daarbij gelden. De beslissing is genomen in naam der Koningin en ondertekend door de voorzitter en de leden van de Afdeling bestuursrechtspraak.