In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 1 juli 2009. De rechtbank had de bezwaren van [appellante], [wederpartij sub 2] en [wederpartij sub 3] tegen de vrijstelling en bouwvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Tilburg op 14 februari 2008 had verleend aan Projektcom Vastgoed B.V. voor het bouwen van een appartementencomplex met parkeerkelder op het perceel Baroniebaan 5 te Tilburg, ongegrond verklaard. Het college had de vrijstelling verleend op basis van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, omdat het bouwplan in strijd was met het geldende bestemmingsplan "Voorzieningengebied de Blaak".
Tijdens de zitting op 13 april 2010 zijn de betrokken partijen verschenen, waaronder [appellante] vertegenwoordigd door mr. J.A.J.M. van Houtum, en het college vertegenwoordigd door mr. L.P.F. Warnier, D.J. Kersten en ing. J.V. Horsman. Ook Projektcom Vastgoed B.V. was vertegenwoordigd door haar directeur en mr. D.H.J. Kochx, advocaat te Etten-Leur.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat het bouwplan inmiddels zonder vrijstelling kan worden gerealiseerd, nu het bestemmingsplan "Blaak West 2007" goedgekeurd is door de gedeputeerde staten van Noord-Brabant. [appellante] heeft niet betwist dat er geen strijd is met dit bestemmingsplan. Hierdoor is het procesbelang bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstelling vervallen.
De Afdeling heeft het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin op 19 mei 2010.