ECLI:NL:RVS:2010:BM4164

Raad van State

Datum uitspraak
6 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201001712/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Buitengebied 2008 te Brummen

Op 6 mei 2010 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Buitengebied 2008" van de gemeente Brummen. Dit bestemmingsplan was vastgesteld op 17 december 2009. De verzoeker heeft op 16 februari 2010 beroep ingesteld tegen dit besluit en heeft op dezelfde dag verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 16 april 2010 ter zitting behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door een gemachtigde en de raad werd vertegenwoordigd door mr. A. Otten, werkzaam bij de gemeente.

In de overwegingen van de uitspraak werd benadrukt dat het oordeel van de voorzitter een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. Tevens werd opgemerkt dat de Afdeling in een andere uitspraak, nr. 201001712/4/R2, het beroep van de verzoeker tegen het bestemmingsplan niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hierdoor was er geen sprake meer van een geding, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening. De voorzitter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 mei 2010 en is geregistreerd onder ECLI:NL:RVS:2010:BM4164. De beslissing van de voorzitter was om het verzoek af te wijzen, wat betekent dat de verzoeker niet in zijn verzoek om een voorlopige voorziening werd ontvangen.

Uitspraak

201001712/2/R2.
Datum uitspraak: 6 mei 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Brummen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 december 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2008" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 16 februari 2010, beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de gronden van zijn beroep aangevuld bij brief van 23 februari 2010.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 16 april 2010, waar [verzoeker], bijgestaan door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. A. Otten, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Bij uitspraak van heden, nr. 201001712/4/R2, heeft de Afdeling het beroep van [verzoeker] tegen het plan niet-ontvankelijk verklaard. Gelet daarop is thans geen sprake meer van een geding, zodat het verzoek dient te worden afgewezen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. T.A. Oudenaarden, ambtenaar van Staat.
w.g. Hoekstra w.g. Oudenaarden
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2010
568.