ECLI:NL:RVS:2010:BM3248

Raad van State

Datum uitspraak
29 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201000408/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan 'Bospoort' te Leiderdorp

In deze zaak hebben de bewonersvereniging Essenpark en de besloten vennootschap Pannenkoekenboerderij de Hooiberg Leiderdorp B.V. beroep ingesteld tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, dat op 20 oktober 2009 goedkeuring verleende aan het bestemmingsplan 'Bospoort', vastgesteld door de gemeenteraad van Leiderdorp op 9 maart 2009. De bewonersvereniging en de pannenkoekenboerderij hebben op 12 januari 2010 verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij zich niet konden verenigen met de goedkeuring van het plandeel met de bestemming 'Detailhandel (D)', dat de vestiging van een woonwarenhuis mogelijk maakt langs de Rijksweg A4.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de verzoeken op 19 april 2010 behandeld. Tijdens de zitting zijn de verzoekers vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. M. Bruning, en het college door drs. L.M.P. Berkemeijer. De voorzitter heeft overwogen dat de verzoekers de aan het plan ten grondslag liggende verkeersonderzoeken gemotiveerd hebben bestreden, wat nader onderzoek vereist. Om te voorkomen dat de inwerkingtreding van het plandeel met de bestemming 'Detailhandel (D)' invloed heeft op de procedure omtrent vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, heeft de voorzitter besloten om dit plandeel te schorsen.

De voorzitter heeft tevens bepaald dat het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland de verzoekers moet vergoeden voor de gemaakte proceskosten, die respectievelijk € 437,00 voor de bewonersvereniging en € 874,00 voor de pannenkoekenboerderij bedragen. Daarnaast moet het college het griffierecht van € 297,00 aan beide verzoekers vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 april 2010.

Uitspraak

201000408/2/R1.
Datum uitspraak: 29 april 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. Bewonersvereniging Essenpark, gevestigd te Leiderdorp, en anderen,
2. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Pannenkoekenboerderij de Hooiberg Leiderdorp B.V., gevestigd te Leiderdorp,
verzoekers,
en
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 20 oktober 2009, kenmerk PZH/2009/135482655, heeft het college besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Leiderdorp bij besluit van 9 maart 2009 vastgestelde bestemmingsplan "Bospoort".
Tegen dit besluit hebben de bewonersvereniging en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 januari 2010, en de pannenkoekenboerderij bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 januari 2010, beroep ingesteld. De bewonersvereniging en anderen hebben hun beroep aangevuld bij brieven van 26 januari 2010 en 10 februari 2010.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 januari 2010, hebben de bewonersvereniging en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 januari 2010, heeft de pannenkoekenboerderij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 19 april 2010, waar de bewonersvereniging en anderen, vertegenwoordigd door mr. M. Bruning, advocaat te Den Haag, de pannenkoekenboerderij, vertegenwoordigd door mr. M. Bruning, voornoemd, en het college, vertegenwoordigd door drs. L.M.P. Berkemeijer, werkzaam bij de provincie, zijn verschenen. Voorts zijn daar gehoord de raad, vertegenwoordigd door F. van Dieten en J. Borst, beiden werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door mr. R. Lever, advocaat te Leiden, en Ikea Beheer B.V. en Ikea Nederland B.V., vertegenwoordigd door mr. R.J.G. Bäcker, advocaat te Rotterdam.
2. Overwegingen
2.1. Verzoekers kunnen zich niet verenigen met de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Detailhandel (D)" en de aanduiding 'detailhandel toegestaan (det)', dat de vestiging van een woonwarenhuis mogelijk maakt langs de Rijksweg A4 ter hoogte van Leiderdorp. Zij verzoeken het bestreden besluit op dit punt te schorsen om inwerkingtreding van het plan in zoverre te voorkomen. Daarbij voeren zij aan dat, naast de bestemmingsplanprocedure, een procedure aanhangig is omtrent vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO), waarmee de ontwikkeling mogelijk is gemaakt.
2.1.1. Teneinde te vermijden dat in de procedure omtrent vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de WRO betekenis wordt toegekend aan het voornoemde plandeel en uit de inwerkingtreding van dit plandeel zou worden afgeleid dat de bestemming "Detailhandel (D)" en de aanduiding 'detailhandel toegestaan (det)' ter plaatse als een gegeven zou moeten worden beschouwd, schorst de voorzitter met instemming van partijen dit plandeel om in elk opzicht te vermijden dat het zelfstandige toetsingskader voor de reeds genomen, thans bij de rechtbank Den Haag voorliggende beslissing op bezwaar in de vrijstellingsprocedure door de inwerkingtreding van het vorenbedoelde plandeel wordt beïnvloed.
Hierbij neemt de voorzitter voorts in aanmerking dat de bewonersvereniging en anderen de aan het plan ten grondslag liggende verkeersonderzoeken gemotiveerd hebben bestreden. Beoordeling daarvan vergt nader onderzoek waarvoor de onderhavige procedure zich niet leent. In het kader van de behandeling van de hoofdzaak zal dat nader moeten worden onderzocht, eventueel aan de hand van een deskundigenbericht van de Stichting Advisering bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening.
2.2. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 20 oktober 2009, kenmerk PZH/2009/135482655, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Detailhandel (D)" en de aanduiding 'detailhandel toegestaan (det)';
II. veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland tot vergoeding van bij Bewonersvereniging Essenpark en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Pannenkoekenboerderij de Hooiberg Leiderdorp B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland aan verzoekers het door hen voor de behandeling van de verzoeken betaalde griffierecht vergoedt ten bedrage van € 297,00 (zegge: tweehonderdzevenennegentig euro) voor Bewonersvereniging Essenpark en anderen, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen en € 297,00 (zegge: tweehonderdzevenennegentig euro) voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Pannenkoekenboerderij de Hooiberg Leiderdorp B.V.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Gerkema, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Gerkema
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 april 2010
472.