ECLI:NL:RVS:2010:BM2641
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J. Hoekstra
- W.S. van Helvoort
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Omlegging N201 De Ronde Venen en de gevolgen voor de huurovereenkomst van appellant
Op 11 mei 2009 heeft de raad van de gemeente De Ronde Venen het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Omlegging N201 De Ronde Venen" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft appellant, wonend in de gemeente De Ronde Venen, op 4 augustus 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State. De raad van de gemeente heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 25 maart 2010, waar appellant in persoon verscheen, bijgestaan door zijn advocaat en een projectmanager van de gemeente.
Het bestemmingsplan voorziet in de aanleg van de N201, die over een deel van de percelen van appellant loopt. Appellant heeft aangevoerd dat hij niet is gecompenseerd voor de gronden die hij huurde en die door het tracé worden doorsneden. Hij stelde dat als hij het naast zijn boerderij gelegen land in de provincie Utrecht zou kunnen huren, hij geen schade zou ondervinden van het tracé. De Afdeling heeft echter vastgesteld dat appellant volledig is gecompenseerd voor de gronden in zijn eigendom, de inkomensschade door verlies van grond, en de waardevermindering van de overblijvende grond. Daarnaast heeft hij een vergoeding ontvangen voor bijkomende kosten.
De Afdeling concludeert dat appellant voor zijn bedrijfsvoering over ongeveer 120 ha grond beschikt en dat het verlies van de relatief beperkte oppervlakte aan gehuurde grond geen onoverkomelijke problemen voor zijn bedrijfsvoering zal opleveren. De raad heeft in redelijkheid het belang van de aanleg van de N201 zwaarder kunnen laten wegen dan het belang van appellant bij de huur van de door hem bedoelde gronden. Het beroep van appellant is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin op 28 april 2010.