Uitspraak
200702348/1en 12 maart 2008 in zaken nummers
200703638/1 en 200703800/1), geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstelling.
Raad van State
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Liesveld, dat op 27 april 2004 vrijstelling verleende voor de uitbreiding van de begraafplaats te Langerak. Het college verklaarde op 24 juni 2008 het bezwaar van de appellant tegen deze vrijstelling ongegrond. De rechtbank Dordrecht oordeelde op 12 juni 2009 dat het beroep van de appellant gegrond was en vernietigde het besluit van 24 juni 2008. Hierop heeft de appellant hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 23 juli 2009 is ingekomen.
De Raad van State heeft de zaak op 4 maart 2010 behandeld. De vrijstelling voor de uitbreiding van de begraafplaats is in overeenstemming met het bestemmingsplan dat op 19 mei 2009 door de gemeenteraad van Liesveld is vastgesteld. De Raad van State heeft eerder, op 27 november 2009, het beroep van de appellant tegen de vaststelling van dit bestemmingsplan niet-ontvankelijk verklaard, waardoor het bestemmingsplan in rechte onaantastbaar is geworden. De Raad overweegt dat, indien het hoger beroep van de appellant gegrond zou worden verklaard, het college bij een nieuw besluit op het bezwaar aan het bestemmingsplan zou moeten toetsen. Aangezien de uitbreiding van de begraafplaats hiermee in overeenstemming is, is verlening van de vrijstelling niet meer nodig.
De Raad van State concludeert dat er thans geen belang meer is bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstelling. Het hoger beroep van de appellant wordt dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 7 april 2010.